Omdraaiing
Met a, b en c zijn er zes mogelijkheden; abc, acb, bac, bca, cab, cba. Dus:
ik kom morgen: normaal
ik morgen kom: in bijzinnen: hij zegt dat ik enz.
kom ik morgen: vraagconstructie
kom morgen ik: onmogelijk
morgen ik kom: onmogelijk
morgen kom ik: inversie
Een prachtig economisch principe van het Nederlands! Het laatste geval is de omdraaiing, inversie: de ‘rest’ gaar voorop, onderwerp komt achter het gezegde.
De foute inversie, Tante Betje genaamd, vanmorgen voelde ik me al niet lekker en ga ik nu maar slapen, is er langzamerhand wel uit gehoond. Men komt deze constructie eerlijk gezegd, maar betrekkelijk weinig tegen. Er zijn wel een paar heel subtiele inversie-kwesties. Wat denkt u van de volgende zinnen?
Nauwelijks hadden de machines de eerste stapel buizen verwerkt of de stroom viel uit en begon de alarmbel te rinkelen.
Het ‘omgedraaide’ stuk en begon de alarmbel is afhankelijk van de hele eerste zin.
Bij de opening van de nieuwe weg van A naar B die, na grote inspanning eindelijk tot stand is gekomen, was de A'se burgemeester, pas hersteld van zijn gevaarlijke ziekte, aanwezig en kon men hem overgelukkig de minister horen begroeten.
De zin is lelijk opgebouwd maar niet verkeerd. Het tweede gezegde en kon men staat terecht in de positie van inversie, maar door de lange afstand tot bij de opening is de spanning tussen bepaling en inversie geheel verloren gegaan.