Arrestant
‘Arrestant’ wil toch, naar zijn taalkundige vorming (de Franse uitgang -ant is die van een tegenwoordig deelwoord, dus met actieve betekenis), zeggen: degene, die arresteert. Waarom hebben wij er dan juist het tegenovergestelde van gemaakt? Het is moeilijk te zeggen. Oorspronkelijk betekent het werkelijk ‘de arresteerder’: ‘Indien de schuldenaar opheffing van het arrest bekomt, zal de arrestant worden veroordeeld tot vergoeding van kosten enz.’. Wie de weg weet in de boeken, zal het standaardwerk van prof. Salverda de Grave ‘De Franse woorden in het Nederlands’ opslaan. Daarin vindt men op pag. 325 wel de betekenis-overgang als zonderling gekenschetst, maar niet verklaard. Vermoedelijk zullen de gerechtsdienaren het woord gezien hebben als een afleiding van ‘arrest’ en naast ‘delict-delinquent (ook -ant), request-requestrant’ geplaatst hebben ‘arrest-arrestant’, in de betekenis van iemand, die met een arrest te maken kreeg, dus gearresteerd werd.