De kop van jut
is de naam voor de bekende, nu nog maar zelden aangetroffen ‘krachtmachine’ op de kermissen. Iemand wil weten wie die Jut was. Dat was een man die in 1876 als vuige moordenaar werd terechtgesteld. Men kon zijn gerechtvaardigde woede botvieren door met grote kracht op het kermisvoorwerp te hameren □ Opjutten heeft daarmee niets te maken; het is een niet eens zo heel nieuwe term voor aansporen e.d. Sint Juttemis heeft met de eerste jut niets te maken; het is niet geheel zeker wie met dat eerste deel bedoeld is (Judith? Jutta?); een strandjutter hangt samen met de scheldnaam Jut, d.i. iemand die in Jutland, Denemarken thuishoort. In de juttepeer zit dezelfde naam als in de juttemis. Of de plaatsnaam Jutfaas in dit rijtje behoort, weten we niet. □ Patrijspoort zouden wij zeker tot de tien mooiste Nederlandse woorden willen rekenen. Wat de patrijs, een veldhoen, hiermede te maken heeft, is ons onbekend. Het woord schijnt gemaakt te zijn in navolging van de scheepsbouwtermen patrijsbalk en patrijsgat. □ Per ongeluk hadden wij geschreven dat het stofgezuigd is; dat is natuurlijk onzin; het moet zijn gestofzuigd. □ Ook stofzuigeren bestaat; het heeft het voordeel dat men het kan inkorten tot zuigeren. Bij stofzuigen geeft dat een moeilijkheid: gezuigd-gezogen! □ Wij dachten dat een beetje (een beetje bureau, een beetje kelner) erg nieuw was; er zijn echter al vindplaatsen van een jaar of twintig geleden. Zo schreef Piet Bakker: ‘Een beetje baars die een speciaal voor hem gefabriceerde haak ziet, glimlacht verachtelijk en vreet vakkundig de worm tot het haakpuntje af.’ □ Waar je niet uitkomt, is de krantekop: Predikanten spreken over hun vrouwen. Hetzelfde als de mededeling: de heren gingen met hun vrouwen
uit. Als je er over nadenkt, kun je een stuk of vier betekenissen eruit halen. □ Eigenlijk is penningmeesteres al vrouwelijk genoeg, maar naast de secretaresse is het bestaan van de penningmeesteresse begrijpelijk. Wie mag kiezen, neme de meesteres. Esse is oud; vergelijk princesse naast prinses. □ Een lans breken is een uitdrukking uit de riddertijd; men streed toen voor iemands eer in een toernooi. □ Tornooi bestaat ook, tournooi kent de Woordenlijst niet, tournee wel. □ Men meldt ons dat in april in Eindhoven een congres gehouden is waarop 1350 Nederlanders en 6 buitenlanders aanwezig waren. De lezingen werden grotendeels in het Nederlands gehouden en via allerlei ingewikkelde installaties ter plaatse vertaald. Twee lezingen werden in het Engels gehouden; deze werden niet vertaald. Het gevolg ervan was - zei een deelnemer - dat de meesten niet volledig de zin van de betogen konden vatten. Hij noemde dit een ‘typisch Nederlandse gebeurtenis’. □ Klakkeloos betekent zonder klak; wat dat klak is, weet men niet precies. Men denkt aan smak, aan klap, maar het kan ook iets heel anders zijn. □ Bij alle dan-als-ellende hoort ook nog anders. Van Dale achtste druk blz. 133 schrijft óók bij anders dan voor. □ Wij menen dat te eigen behoeve genoeg (= voor eigen gebruik, behoefte) en ten eigen behoeve niet nodig is. □ Dan is er de oeros. Het is inderdaad onbegrijpelijk dat een os zo'n talrijk nageslacht heeft voortgebracht. Voor de hand ligt oerrund. Oeros is nu eenmaal een geijkte naam. Wel moet u nog weten dat in de zestiende eeuw os ook gebruikt werd voor
rund. De kenners van Latijn mogen in het woordenboek van Cornelis Kiliaan (1574) meelezen: os = bos, proprie bos castratus. □ Een niet onvermaarde gemeente in westelijk Nederland riep onlangs sollicitanten op voor de betrekking van ground-man (‘dienstkleding wordt volledig verstrekt’). Terreinknecht is nu eenmaal een woord uit verre feodale tijden. Wie tennis speelt, kent het begrip ground-man. Het valt niet mee, nog belachelijker Engels in Nederland te vinden. □ De Mercedes-fabriek in Stuttgart geeft een prachtig verzorgd blad uit voor degenen die in zo'n auto rijden of zouden willen rijden. Op het omslag staat vermeld dat het blad verschijnt ‘in den Sprachen: Deutsch, Englisch, Französisch, Spanisch, Flämisch und Afrikaans’. Wat is ‘Flämisch’? Weet u welke editie in Nederland wordt verspreid? De Duitse. □ U moet dat ‘schip en bemanning verdween in de diepte’ niet als een regel zien. Wij voelden het als een eenheid. In ‘Jan en Piet eten een appel’ kun je (wij schreven eens kan je...; dat hebben we geweten!) die eenheid niet demonstreren. □ De omschrijving met meest (meest fraaie, meest verre landen) wint al sinds vele jaren veld. Ook in het Engels is het verschijnsel bekend: most komt daar op plaatsen waar het volgens de ouwe grammatica nooit mocht. □ De stop van een bad schijnt een plug te zijn. □ Het geestige gedicht De dood van een leerkracht, dat wij in ons maartnummer hebben opgenomen, is van Dr. H.W. van Tricht, oud-rector van het Lorentz-Lyceum in Eindhoven.