Milderen
In het maartnummer van ‘Onze Taal’ (blz. 25) schrijft S. over het woord milderen. Hij zegt met enige nadruk, dat hij in het Nederlands, behalve dit milderen geen werkwoord kent ‘afgeleid van comparatief van een bijvoeglijk naamwoord door toevoeging van “en”, zonder voorvoegsel’ als b.v. verzachten, verfraaien, enz. Ook in het Duits kende S., behalve mildern (en ändern, dat echter niet van een comparatief is gevormd) geen werkwoord, dat zonder voorvoegsel van een comparatief is afgeleid.
Mag ik deze leemte in de kennis van S. even enigszins aanvullen? Ik ken in het Nederlands twee zulke werkwoorden: minderen en beteren, in heel andere betekenis dan verminderen en verbeteren. Minderen is een term, die gebruikt wordt bij het breien; ik heb mijn zusters honderd keren horen zeggen: zo- en zoveel naalden breien en dan moet je minderen. Ik versta de edele breikunst niet, al voel ik wel zo'n beetje aan, wat er wordt bedoeld met minderen. Tweede voorbeeld in het Nederlands: beteren in een zin als: die wond betert aardig. En, wat het Duits betreft: goed Duits is: er hat sich sehr gebessert, ook: die Lage hat sich seitdem gebessert, enz. Zie verder de woordenboeken.
B.M. Noach