Televisie, omroep, bestel
Iemand moet het woord televisie gemaakt hebben. Wie weten we niet. Men zou het kunnen vertalen met verrekijk, maar een vertaling is hier evenmin nodig als voor radio.
De geschiedenis van omroep zijn we te weten gekomen door de welwillende hulp van het Nederlands Postmuseum. In Radio-Nieuws, orgaan van de Ned. Ver. voor Radio-telegrafie, van 1 juli 1922 staat een artikel, getekend door J.C.(orver), over ‘de omroeper’. De auteur spreekt over de man die in kleine dorpen nieuws bekend maakt: ‘De omroeper behoort echter tot de uitstervende geslachten. We dachten aan hem omdat we op zoek waren naar een Nederlandsch woord voor een nieuw begrip. Met de draadloze telefonie is in Amerika de uitdrukking broadcasting in gebruik gekomen, in Duitschland Rundspruch. Wij hebben ons tot dusver beholpen met: rondzenddienst. Maar dat is langwijlig en de uitgang “dienst” heeft een beperkende strekking, meer eigenaardig passend op hetgeen abonne's wordt verstrekt. Zou omroep ons misschien kunnen dienen om het meer algemeene begrip aan te geven? Als IDZ zich wil laten welgevallen om den titel van Groot-Omroeper te voeren, dan zouden we het ermee kunnen probeeren.’
Met IDZ is Ir. H.H.S. à Steringa Idzerda bedoeld, een van onze radiopioniers (1885 - gefusilleerd door de Duitsers in 1944). Over hem heeft N. Tj. Swierstra onlangs een uitstekend artikel geschreven in het Wekelijks Bijvoegsel N.R.C. 7 nov. 1964. Over omroep kan men daarin lezen: ‘Wij haspelen de woorden draadloze, radio en omroep heel elegant door elkaar, zonder ons van de betekenis voldoende rekenschap te geven. De termen draadloze, wireless enz. dateren uit de begintijd van Marconi. Maar zelfs Marconi heeft er, zeker tot 1920, geen flauwe notie van gehad, tot welke revolutionaire verandering zijn uitvinding zou leiden. Sinds de Internationale Radio-tentoonstelling van 1906 te Berlijn heeft het woord radio burgerrecht verkregen, waartegen draadloze en wireless enz. het moesten afleggen. Pas in 1919 komt daarnaast de omroep. Maar het woord, evenals trouwens de Engelse term broadcasting, moest toen nog, om met Idzerda te spreken, gebakken worden. En dat gebeurde pas in de loop van 1922.’
Het is overigens wel eens goed, te weten dat de Nederlander Idzerda de eerste ter wereld is geweest die een regelmatig muziek en gesproken woorden uitzendend omroepstation heeft opgericht: 6 november 1919 is de geboortedag van de Nederlandse Omroep.
Tenslotte: waarmee we in ons land al zo lang tobben: het bestel. Het blijkt een oeroud woord te zijn. Het W.N.T. geeft al vindplaatsen uit de zestiende eeuw. In een Placaatboek uit de zeventiende eeuw staat: ‘Het maecken, onderhout ende gansche bestel van de voorschreve leeren ende haaken, mitsgaders zeylen, touwen, waterspuyten en allerley ander brantgereetschap.’ Het W.N.T. geeft negen betekenissen, Van Dale komt voor onze tijd tot vier, waarvan de laatste voor de politiek de belangrijkste is: ‘het geheel van personen, instellingen enz. dat bij iets betrokken is.’