Over het Nederlands
Het is in de laatste tien jaren steeds meer vereenvoudigd en heeft nu een graad van simpliciteit bereikt die waarlijk verbluffend is. Het is zo simpel geworden, dat het opnieuw moeilijk dreigt te worden. Immers, de woordenschat onzer dierbare moedertaal is praktisch teruggebracht tot vier woorden en één vierwoordige formule, welke formule dient om het betoog onweerlegbaar te maken. De vier woorden zijn: probleem, reactie, contact en samenhang. De formule is: ‘Het is zo dat...’. Hiermee kan men alles zeggen. Het is vrij onverschillig wat men verder aan woorden als opvulsel gebruikt, b.v.: ‘De snelle reaktie van het kind op het probleem van zijn honger bestond in het nemen van kontakt door middel van de tanden in zijn mond met de boterham; de verdere samenhang is duidelijk: het is immers zo dat de honger daardoor wordt gestild’.
Flauw niet waar? Inderdaad. Onderschat echter de bewijskracht der formule niet! Wie durft op een vastberaden uitgesproken: ‘het is zo dat’ een even krachtig: ‘het is niet zo’ doen horen? Dit zou immers uitermate (let op het zeldzame gebruik van dit woord!) onbeleefd zijn. Sommige debaters versterken de formule nog door te zeggen: ‘het is algemeen bekend dat het zo is dat...’ Wie kan hier tegen in gaan? De opponent plaatst zich zelf dan buiten de gemeenschap van hen die wat weten. Of: ‘niemand zal willen ontkennen dat het zo is...’ Durft U dan toch te ontkennen? De Nederlandse taal heeft er gewoon geen woorden voor.
(Uit: Leids Universiteits Blad, 29-10-'64)