Getallen en cijfers
Wanneer een getal in woorden? Wanneer een getal in cijfers? Het is onjuist te schrijven: de XVIIIe eeuw; half 10; een 11-jarige jongen; een 6-tal; een 4-deurs. Juist is: de achttiende eeuw; half tien; een elfjarige jongen; een zestal; een vierdeurs.
Men schrijft in cijfers: 1. zakelijke en exacte mededelingen, bijv. maximum snelheid 50, lengte 1,78 m, gewicht 79 kg; 2. niet ronde getallen van meer dan twee cijfers, bijv. een hotel met 512 bedden; 3. getallen van meer dan vijf cijfers: 229134.
Men schrijft in woorden: 1. getallen beneden de twintig, bijv. er wachten acht jongens op lijn 4, driewerf, elftal; 2. ronde getallen daarboven, bijv. vijfhonderd mensen, tachtig auto's; 3. figuurlijk, litterair of met bijzondere nadruk, bijv. duizend en een bezwaren, honderd zevenentwintig slachtoffers.
Ranggetallen behandelen als de gewone getallen, dus: op de 24e dag kwam hij, de zeventiende eeuw, voor de honderdste keer. De Koninklijke Nederlandsche Uitgeversbond heeft in 1961 een voorschrift uitgegeven waaraan wij het bovenstaande hebben ontleend.