Taal overgeslagen. Wij zijn hem daarvoor dankbaar. In prof. Kloeke verliezen wij een in alle opzichten uitmuntend man. De Nederlandse taalkunde zal hem blijven eren als de pionier van de Nederlandse dialectgeografie; zijn goed doordachte harmonieuze studies over onze dialecten zijn voor een deel al klassiek geworden. Maar niet alleen als geleerde, ook als mens blijft prof. Kloeke lang in onze herinnering. Onvergetelijk is voor ons de redevoering die hij hield in 1951, als decaan van de faculteit der Letteren en Wijsbegeerte in Leiden. In een tijd waarin men na de nachtmerrie van de oorlog klaar stond om het oude ver van zich weg te werpen en het nieuwe gretig over te nemen, van wie dan ook, waarschuwde hij de jonge generatie:
‘Wij allen hebben ervoor te waken, dat de binding met het verleden niet wordt verbroken. Wij willen onze vaderlandse cultuur dienen als goede conservatoren, d.w.z. hoeders, bewaarders en handhavers. Een cultuur die het contact met het verleden verliest is een bouwsel waarvan het fundament verzakt. Een gemeenschap die zich losmaakt van eigen beschaving, loopt dan ook gevaar haar karakter te verliezen. Zij is maar al te zeer geneigd zich futloos te laten meetronen op wegen, die haar door vreemden worden aangeprezen, maar die niet passen bij het subtiel bewerktuigd samenstel van verworvenheden, dat wij cultuur noemen.
De beste basis voor onze cultuurbouwers is nog steeds de eigen vaderlandse grond geweest. Wanneer het bouwsel organisch aansluit bij het landschap en berekend is op eigen geestelijk klimaat, dan behoeft dat allerminst een belemmering te zijn voor grootsheid van visie en originaliteit van opvatting. Wil dat zeggen, dat wij ons zelf genoeg moeten zijn en dat wij ons maar autarkisch van de wereld moeten afsluiten? Dat zou men met recht ‘kort’-zichtig kunnen noemen. De verbindingen met andere beschavingen dienen evengoed te worden onderhouden als die met het verleden.
We kunnen onnoemelijk veel leren van vreemde volkeren, die ons op allerlei gebied vooruit zijn. Maar leren is nog niet klakkeloos overnemen of kopiëren. De waarlijk leergierige is geen naäper, maar verteert en verwerkt de stof op zijn wijze. In zijn geest wordt het vreemde ver-taald, getrans-poneerd en als het ware gefiltreerd.’
Dát was Kloeke: bewust van de waarde van eigen land, taal en beschaving, tegelijk open voor alles wat andere volken hem konden bieden, voor wat een jonge generatie had gewonnen. Zoals hij zelf het samengaan van behoud en vooruitgang zag:
‘Zij, die de kunst van het bewaren en koesteren hebben geleerd, zullen het eerst geroepen zijn om te beoordelen wát er eigenlijk weggeworpen kan en moet worden. Onze cultuur is het meest gebaat met een gezonde synthese van het houden en het winnen, het conservare en het progedi.’