Waarom schaft men dat gedoe niet radicaal af? Dus bij werkwoordsuitgangen een t voor een t-klank, een d voor een d-klank, geen verdubbeling. De n kan onaangetast blijven. Men krijgt dan: hij vint, ik wort, vint jij, gevolgt, hij prate (v.t.!), hij bestede (v.t.!). Ik geef direct toe dat deze spellingbeelden er in het begin heel zot en onbeholpen uitzien. maar spellen is een kwestie van wennen. Voordeel: er zouden vele, vele uren in het onderwijs vrij komen voor belangrijker zaken. Onze kinderen worden nu ‘tot huilens toe’ gedrild in dat dt-gedoe. Het resultaat is maar bedroevend. Ik schat dat zeker 90% van ons volk fouten in de werkwoordsvormen blijft schrijven ondanks al die uren van drildictees. (De andere 10% zijn de academici, de bezitters van M.O.-diploma's, Ulo-diploma's enz. Die spellen altijd goed...) De onderwijzers zouden dan meer aandacht kunnen besteden bijv. aan de zuivere uitspraak, de uitroeiing van alle vulgarismen in de taal, de oefening in het onvoorbereid spreken-in-het-openbaar.
Het liefst heb ik van u een nuchter, wetenschappelijk oordeel. Dus geen emotionele uitvallen tegen mij, als: taalverkrachting, barbarisering, cultuurverpesting! Men kan zich tegen dit soort ‘argumenten’ altijd zo moeilijk verdedigen. Mijn ervaring is dat de grote taalheren meestal met een kwinkslag deze kwestie ter zijde schuiven en inderdaad, men kan er nogal wat grapjes over maken. Maar is daarmee de zaak gediend? Spelling is toch een middel (maar dan mèt een strak systeem) en geen doel? M.a.w. men kan goede taal schrijven - en dat heeft O.T. ook eens beweerd! - in elke van overheidswege voorgeschreven spelling. Dus ook in een spelling waarin de werkwoorden (alléén de werkwoorden!) voorkomen zonder die plagerijen van dt en dd en tt.
(Red.) Geen kwinkslagen dus. Geen emotionele uitvallen. Maar een ‘nuchter, wetenschappelijk’ antwoord. Wij hebben het voor u klaar liggen. Graag zouden we eerst nog de kwestie aan onze leden voorzetten. Wie uwer voelt de inspiratie in zich opkomen?