De Onze-Taallaan
De gemeente Utrecht is ten einde raad: het wordt zo moeilijk om nieuwe straatnamen te vinden dat er een wedstrijd uitgeschreven is voor het publiek. Ik ben benieuwd wie hem zal winnen en hoe de oplossing van de winnaar is.
Een tijdlang breidden onze steden zich niet zó vlug uit dat er ernstig gestudeerd moest worden op nieuwe straatnamen. Misschien was in vroeger tijd het aantal verdienstelijke burgers ook wel zó groot dat onze steden nieuwe straten te kort kwamen; ik durf het niet te zeggen.
Een feit is dat we sinds tientallen jaren het vinden van straten op een listige manier vergemakkelijkt hebben: we scheppen dichterbuurten, staatsmansbuurten, componistenbuurten enz. Wie nu een straat moet hebben met een dichternaam, weet althans in welk deel van de stad hij moet zijn.
Vogelbuurten, bloembuurten enz. waren een kleine verbetering op deze indeling want veel mensen weten niet dat bv. de Willaertstraat in de componistenbuurt gezocht moet worden. Voor hen faalt het systeem hier. (In Eindhoven heeft de gemeente het opzettelijk laten falen door namen van het type Sophorapad die natuurlijk geen sterveling iets zeggen. Ook bij plantenbuurten moeten we dus redelijk blijven.)
Maar als de voorraad algemeen bekende plantenamen nu uitgeput raakt? Moet er dan een buurt komen met Koeiestraat, Kalverstraat, Paardestraat enz.? Wie woont er graag in de Drietenige-Luiaardstraat? Of op het Schelvisplein? Ook dat is een ding waar we rekening mee moeten houden.
Het laatste waaraan we zouden denken, is de Amerikaanse oplossing, al is die - lijkt me - op bepaalde punten erg praktisch: de 1e straat, de 2e straat, de 3e straat enz. Nu heb je weinig tijd nodig voor overleg: in vijf minuten hebben honderd nieuwe straten hun naam gekregen. Wel een naam overigens die de eentonigheid en de grauwheid suggereert van duizenden huizen met precies hetzelfde model.
Maar wat dan? Er moet toch een oplossing gevonden worden? Utrecht is niet de enige stad die erom roept.
Wat is het doel van de straatnaam? In de eerste plaats natuurlijk dat hij het gemakkelijk maakt om een straat te vinden voor de postbode en voor de mensen uit de buurt. Maar ook de mensen van verder weg moeten hem met de minst mogelijke moeite kunnen vinden. Dat is een praktisch doel van de straatnaamgeving. Maar daarnaast - laten we eerlijk zijn - is er toch ook een culturele kant aan de zaak: we willen onze grote figuren eren door straten naar ze te noemen. Een Hooftstraat, een Huygenslaan, een De Grootplein, een Leeuwenhoekgracht, een Van Eijckweg bevredigen ons. Maar als een stad een dichter- en een schilderbuurt heeft, weten we nog niet waar we die Van Eijckweg moeten zoeken.
Als er een totaal nieuwe stad gebouwd wordt, kan ik een heel eenvoudig recept geven voor de straatnamen, als u zich door belangrijke Nederlandse culturele figuren wilt laten inspireren. U moet ze dan alleen niet naar hun beroep ordenen, maar naar hun beginletters. De eenvoudige ziel die dan niet weet wat Hadewijch was, weet dan toch in elk geval dat hij de Hadewijchstraat in de H-buurt moet zoeken en dat is dan niet zo'n toer.
Maar voor bestaande steden zie ik hier geen oplossing omdat die natuurlijk al namen uit het hele alfabet gebruikt hebben. Trouwens: een systeem van straatnamen moet in het algemeen voor een hele stad tegelijk gelden, niet voor een deel alleen. Zoëven heb ik u kwaad verteld van een bepaalde stad; ik wil daar iets goeds tegenover zetten. Daar is namelijk een alleraardigst aangelegde buurt van houten huisjes temidden van hei en bos en daar vindt u straatnamen die heel mooi aangepast zijn: de Hazenloop, de Elandsgang, de Hertensprong, de Saterstoelenweg, de Sporkenhoutlaan, de Rodeheikorstlaan. Vindt u dat niet leuk? Alleen al om de straatnaam zou je in zo'n buurt willen wonen.
Een paar algemene opmerkingen over de straatnaamgeving tot besluit. Het is nu wel gebleken dat we vooral in steden zuinig moeten zijn met namen. Daarom is het verstandig om één doorlopende straat niet elke 500 meter van naam te laten veranderen. Eén naam voor één lange straat is ideaal: denk aan de Laan van Meerdervoort in Den Haag.
Zorg verder voor een zekere standaardisering in naamgeving. In allerlei Nederlandse steden bestaat een ringweg, maar lang niet overal heet hij zo: Ringweg, Rondweg, Ringbaan en - het ergst van alles - Ceintuurbaan bestaan naast elkaar. Rondweg doet ons aan hoogspanning en grootstad denken en Ringbaan aan Autobahn: Made in Germany.
In het algemeen is het trouwens wel nuttig om een gespecialiseerde taalkundige om raad te vragen bij de straatnaamgeving in een nieuwe wijk. Het is een kleine moeite en het waarborgt onder andere ook een juiste spelling van de namen. Als tegenprestatie geeft u dan één wijk namen van bekende taalkundigen uit het verleden en de monumentaalste laan eruit noemt u doodgewoon de Onze Taallaan.
Dr. v. E.