Voorkeur maar hoe?
Op blz. XLVI van de Woordenlijst lees ik in de op één na laatste alinea: Waar een bepaald gebruik reeds in de richting van vernederlandsing wees, hebben we niet geaarzeld, de consequenties daarvan te aanvaarden. In sommige gevallen heeft ook de overweging gegolden, dat een vernederlandste spelling steun kan verlenen aan de uitspraak (frekwent voor frequent en derg.). Bij een volgende bewerking van de woordenlijst kan met dan gebleken voorkeur rekening worden gehouden.
Nu vraag ik mij af, hoe die voorkeur moet blijken, wanneer het onderwijs, de pers, kantoren van rijk en gemeente en ook vele kantoren van n.v.'s en particulieren de zgn. voorkeurspelling volgen? Begrijpt u mij goed: ik ben zelf een voorstander van de voorkeurspelling, want zo is er tenminste nog een grote mate van eenheid in de spelling, maar vreemd vind ik het dat met een bepaalde voorkeur rekening zal worden gehouden, wanneer men in feite geen keus heeft.
Ook zal de Onderwijzersfederatie, blijkens recente kranteberichten, voortaan de voorkeurspelling gebruiken. Dat besluit is genomen n.a.v. een ministeriële verklaring in de Kamer dat de regering tot één vaste voorgeschreven spelling wil komen.
A.D. (Amsterdam)