‘Kunstfout’?
Bij besprekingen in medische kringen alsmede in medische publikaties komt men niet zelden het woord ‘kunstfout’ tegen, zonder dat er van enig bezwaar tegen dat woord blijk wordt gegeven. Het zou een geijkte term kunnen worden tenzij de bedenkingen tegen dat woord worden beseft.
Wij kennen in onze taal tal van samenstellingen die ermee overeenkomen, zoals kunstarm, kunstbeen, kunstgebit, kunstboter, kunsthoning en kunstmest. Er zijn nog tal van soortgelijke samenstellingen, o.a. ter aanduiding van artistieke waarde. Maar bij voorkeur wil men met de component: ‘kunst’ toch het kunstmatig ontstaan weergeven in tegenstelling met het natuurlijke produkt.
Met ‘kunstfout’ bedoelt men evenwel geen kunstmatige fout, maar een fout in de kunst, dus iets geheel anders. Het komt mij daarom van belang voor om het woord ‘kunstfout’ te vermijden.
Men treft het dan ook bij Van Dale, Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, 8ste uitg. 1959, niet aan, noch in de officiële ‘Woordenlijst van de Nederlandse Taal (1956) en evenmin bij L. Brouwers S.J., Het juiste woord 2de dr. 1942. Een lexicoloog-neerlandicus noemde ‘kunstfout’ een gemeen, lelijk woord.
Bij bespreking met academici, leerlingen van andere, niet-medische faculteiten, bleek mij, dat hun die term niet bekend is. Wel weet ik uit eigen ervaring, dat Duitse collega's licht geneigd zijn om te spreken van ‘Kunstfehler’, voor ons geen reden om dat woord over te nemen, doch eerder om op onze hoede te zijn. Ter verdediging van dat woord hoorde ik van taalkundige zijde opmerken, dat artsen toch ook spreken van kunstgreep als voortreffelijke greep, waarvan de term ‘kunstfout’ dan het tegenovergestelde zou zijn. Doch dat is een vergissing. Medici zeggen wel: ‘ingreep’ en niet kunstgreep (zoals bij het worstelen, jiu jidsu en judo, en dan gewoonlijk in pejoristische zin). Het woord ‘kunstgreep’ kan dus geen dienst doen tot steun van het woord ‘kunstfout’. Bedoeld is een fout bij de uitvoering, een praktische fout of praktijkfout.
Dr. J.E. Schulte.