Nog eens her
Grote onzekerheid blijkt telkens weer te bestaan omtrent de vervoeging van nieuwe werkwoorden als
hergroeperen, heroriënteren, herwaarderen.
De moeilijkheid zit in het voorvoegsel ‘her’, dat - in de betekenis van ‘opnieuw’ - onscheidbaar met het werkwoord verbonden is; m.a.w. men kan niet - gelijk ik kom aan - zeggen: ik groepeer her.
In de meeste her-werkwoorden ligt de klemtoon op het grondwoord; gaat u uw woordenboek maar eens na van herademen tot herzien. Her houdt toch zijn harde è-klank; het heeft geen ‘toonloze’ klank als in be-, ge- of verloven. In de gevallen dat het grondwoord de klemtoon heeft (herstèllen, herhálen, herdènken) twijfelt de gebruiker nooit: het deelwoord is: hersteld, herhaald, herdacht; dus zonder ge. Al deze werkwoorden zijn bovendien reeds heel lang bezit van de taal en ieder gebruiker is ermee vertrouwd.
Met het voorvoegsel her kan men veel nieuwe woorden smeden; het is produktief. De moeilijkheid komt vooral bij werkwoorden waarvan het grondwoord reeds eindklemtoon heeft, bijv. groeperen, waardéren, oriëntéren. Het voorvoegsel her krijgt een soort ‘tegenaccent’, dus hèr-groe-péren, hèr-waar-déren. Zo krijgt her nadruk en nu kan men met de vervoeging aarzelen;
zoals áánkomen - aangekomen, dus ook
hèrwaarderen - hergewaardeerd,
hèrgroeperen - hergegroepeerd.
Een vorming als ‘hergegroepeerd’ wekt de voorstelling op dat er een zelfstandig her bestaat, zoals het zelfstandige aan van aangekomen. Zo'n zelfstandig her bestaat niet. De Woordenlijst kent evenmin: her-ge-; wel ge-her-:
hergroeperen, dus gehergroepeerd.
Bij de werkwoorden herkapitaliseren en herwaarderen mag men nog kiezen tussen
herkapitaliseerd en geherkapitaliseerd
herwaardeerd en geherwaardeerd.
Waarom bij hergroeperen die keuze niet wordt geboden, is ons onbekend.