U vraagt
of wij iets kunnen doen tegen het veldwinnende wat in bijv. het boek wat, het huis wat, het begrip wat enz. Niet veel. Alleen maar zeggen dat het vooralsnog is en blijft: het boek dat. □ Moeilijkheden met voornaamwoorden te over; lelijk klinkt ‘de onderneming, tot de taak waarvan deze opdracht behoort.’ Wij zouden schrijven: tot wier taak, al is dit wier nog zo oud. □ ‘Knip de advertentie uit en plak haar/hem op een briefkaart.’ De Woordenlijst zegt: advertentie v. Dus, zou men zo zeggen, haar, maar het lijkt of je dan een vrouwelijke persoon op een kaart vasthecht. Mag hem dan niet? Ja, want dezelfde Woordenlijst leert ons op XXVII, dat ‘in gevallen waar de opvatting als concretum de enig mogelijke is’ zulke zij-woorden als hij-woorden mogen worden behandeld. Dit geldt alleen, zegt de lijst, ‘voor mensen die op het kompas van hun ontwikkeld stijl- en taalgevoel kunnen varen.’ Wie hem zegt, heeft de goede koers; immers, je kunt niet iets abstracts met de lijmpot bewerken en op een kaart plakken. □ De moeilijkste moeilijkheid van deze maand. Ik vind je moeder dikker dan jou -of- ik vind je moeder dikker dan jij. Wij twijfelen niet: jou. Twee objecten (moeder en jij, object jou) worden vergeleken. Maar iemand heeft ons toch nu weer onzeker gemaakt, want - vraagt hij - hoe moet je zo'n zin aanvullen: ik vind je moeder dikker dan (ik) jou (dik vind)? Er moet niets aangevuld worden, is onze uitweg. □ Een subtieligheidje zit in: woning- en verhuisinrichting. Wel niet zo erg als de thee- en overzetter, maar een inrichting van de woning is niet gelijk aan een inrichting voor de verhuizing. Eigenlijk zouden we een woninginrichtinginrichting moeten hebben. □ Zo iets als
‘De zending geschiedt door de firma X en bestaat uit tien kisten.’ □ Of zien we het verkeerd? Geen nummer waarin we zo twijfelen als juist dit dat u nu leest. □ Men stuurt ons het gedrukte bewijs dat op 10 februari een meneer die genoemd werd ‘hortulanus te Baarn’ voor de radio een lezing over kamerplanten heeft gehouden. Wel, dat is niet tuinman, maar beheerder van een hortus. Een fraaie, vanouds bekende naam. □ Liever ‘op voordracht van onze minister’ dan ‘op de voordracht van enz.’. Ter verdediging van dat liever denken wij aan al die uitgebreide voorzetselverbindingen zonder lidwoord: in verband met, naar aanleiding van, op voet van, op grond van, op basis van. Vergelijk ze maar eens met uitdrukkingen die niet gelijk zijn aan voorzetsels: op de voet volgen, op de oude voet. Nee, niet op grote voet erbij halen.. □ Heel erg was onze eigen fout, notabene in ons woedende artikel over het Duits: wij ontnemen daaruit. Heel dom.
De penningmeester verzoekt leden en lezers hun bijdrage over 1961 zo spoedig mogelijk over te schrijven op de postgirorekening van de Administratie van Onze Taal nr. 529740, te Leiden.