Circusjargon
De volgende woorden en uitdrukkingen werden mij meegedeeld door de heer J. Best te Alkmaar, die tal van jaren administratief in de circusbranche werkzaam was. Noch het Woordenboek der Nederlandsche Taal noch enig ander Nederlands woordenboek vermelden deze woorden en uitdrukkingen, op enkele uitzonderingen na. Ze worden alle dagelijks in het circus gebruikt.
De requisieten
|
apparaten |
- de benodigdheden van een luchtnummer. |
batoetje (Frans: batoude) |
- springplankje gebruikt bij jockey- en diverse springnummers om niet vanuit het zand van de manege te hoeven springen. |
ballon |
- beplakte hoepel voor bijv. hond en paardrijdster. |
chambière |
- lange zweep, waarmee men de dieren toucheert (zacht aanraakt), alleen bij de vrijheidsdressuur. |
croisées |
- steunen voor een draadnummer (koorddansen). |
olifantenpodium |
- speciale vloer, waarop olifanten in de stal vastgeketend worden. |
panneau |
- soort matrasje dat op het paard gelegd wordt bij een nummer ballerina te paard. |
podium |
- houten vloer in de piste gelegd voor rijwiel- of berennummers. |
postamenten |
- requisieten die gebruikt worden bij dierendressuur (het woord tabouret is hier minder juist). |
Teppich |
- manegekleed; men gebruikt uitsluitend het Duitse woord. |
trinka |
- bankje dat gebruikt wordt bij z.g. icariërnummers; hierbij wordt met gebruik van de voeten gejongleerd met levende mensen in plaats van met voorwerpen; degenen die dit laatste doen zijn z.g. antipodisten. |
De voorstelling in het algemeen
|
volle bak |
- uitverkochte tent. |
het barrière staan |
- requisiteurs die model staan bij de pisteingang. |
bonbon |
- het belangrijkste nummer, vooral slaande op een artiestennummer, vaak gezet als laatste nummer vóór de pauze, het z.g. pauzenummer. |
chiqué |
- geënsceneerd. Als elke avond dezelfde dame bij een gevaarlijke truck ‘flauw valt’ dan heet dit chiqué. |
zijn compliment maken |
- bedanken voor het applaus. Het niveau van de artiest wordt nogal eens beoordeeld naar de wijze waarop hij zijn compliment weet te maken. |
Einlasz |
- het binnenkomen van het publiek vóór de voorstelling. |
gaan |
- paarden in een circus gaan goed of slecht, ze lopen nooit. |
half huis |
- een voor vijftig procent bezet circus. |
Kutschers |
- staljongens, vooral voor de hooivreters. Het Duitse woord wordt alleen gebruikt. |
omslaan van de muziek |
- het veranderen van het tempo, het ritme en (of) de melodie. Bij een ongeluk doven de lichten en slaat de muziek om in een mars. |
pendelen |
- het tegelijk werken in twee zaken bijv. in een circus en in een nachtclub. |
placeurs |
- de mensen die het publiek de plaatsen aanwijzen. De chef-placeur verdeelt de bezoekers met overleg over de zitinrichting. |
requisiteurs |
- pistepersoneel. |
spreekstalmeester |
- degene, die het gesproken woord voor zijn rekening neemt (de z.g. annonces). |
‘Wie staan er bij jullie?’ |
- ‘Welke belangrijke artiesten treden er bij jullie op?’ |
trick |
- toer; dit Nederlandse woord toer en het woord truc, dat geliefd is bij verslaggevers van circusvoorstellingen, worden in het circus nooit gebruikt. |
uitsmijter |
- vlot slotnummer; ook gezegd van de muziek, wanneer de mensen het circus verlaten. |
goed of slecht verkopen |
- het al of niet goed presenteren van het nummer. |
De nummers als zodanig
|
catastrofe |
- (minderwaardig) nummer dat de toets der kritiek niet kan doorstaan. Een zeer goed nummer kan in de loop der jaren tot een catastrofe verworden. |
charivari |
- het gezamenlijk optreden van alle clowns, soms wel 10 à 15, tegelijk. Dit nummer wordt tegenwoordig nog maar zelden gepresenteerd. |
contorsionist en klischnigger |
- z.g. slangenmensen, waarbij de eerste achterwaarts en de laatstgenoemde overwegend voorwaarts werkt. |
dacapo's |
- z.g. steigerpaarden die een vrijheidspotpourri besluiten. |
entree |
- een scène gespeeld door clowns in het betere genre. ‘Hoeveel entrees maak je?’ |
exoten |
- 1e. exotische dieren, bijv. kamelen, lama's, zeeboes, maar geen leeuwen, tijgers of olifanten! 2e. een groep Soendanezen, Singalezen, Indiërs, enz. |
huisnummer |
- nagenoeg altijd een dierennummer, dat eigendom is van de zaak. |
klaarmaken |
- het opbouwen van de dressuurnummers; bij het prepareren van de groepen vrijheidspaarden wordt gebruik gemaakt van de z.g. berijders; deze nummers worden onder de man ingestudeerd. Een ponynummer (men koopt in circussen graag de kleinste pony's om ze goed te laten uitkomen tegen de grote paarden!) is altijd kort, eenvoudig en vaak rommelig, want een dergelijk nummer kan nooit onder de man ingestudeerd worden. |
manegeclowns |
- zij die steeds tussen de nummers even optreden. Hierbij treden soms ook tentbouwers als manegeclowns op. |
melange act |
- nummer waarin verschillende takken van circuskunst verwerkt zijn, uitgezonderd dressuur. |
parforce rijden |
- stunts te paard zonder panneau. |
pas de deux |
- acrobatiek op twee paarden door dame en heer. |
porteur |
- de vanger aan een vliegend trapezenummer. |