Duits aan de kust
Naar aanleiding van onze beschouwing in het vorige nummer hebben wij van de burgemeester van Zandvoort, mr. H.M. van Fenema, een circulaire ontvangen, waarin hij zijn standpunt nader uiteenzet. Hij vertelt dat de kwestie van de Duitse opschriften in de gemeenteraad ter sprake is gekomen. Op 2 augustus van dit jaar schreef hij aan een aantal pensionhouders en kamerverhuurders de volgende brief:
‘Het is mij gebleken, dat u voor de bekendmaking van door u aan toeristen te verstrekken diensten, gebruik maakt van opschriften die in een vreemde taal zijn gesteld. Naar mijn mening onderschat u daardoor de intelligentie der buitenlandse bezoekers. Opschriften als “kamers te huur”, “logies met ontbijt” e.d. leveren voor hen geen enkele moeilijkheid op. Voorts heb ik ervaren dat - ook buitenlandse - toeristen zich verbazen over de ruime mate waarin te Zandvoort aankondigingen in vreemde talen worden gedaan. Men ziet daarin een tekort aan nationaal bewustzijn. Dit laatste is mijns inziens niet het geval, al moet ik toegeven dat soms tot deze onjuiste conclusie gerede aanleiding wordt gegeven. Ik meen goed te doen u hierop te wijzen en u in overweging te geven, bij uw aankondigingen uitsluitend de Nederlandse taal te gebruiken. Mocht u niettemin menen een aankondiging in een vreemde taal te moeten doen, dan ware deze in bescheiden vorm te houden. Tenslotte vestig ik er uw aandacht op, dat aanduidingen in welke vorm ook, onderworpen zijn aan de bepalingen der gemeentelijke verordening op het dorpsschoon. Het college van burgemeester en wethouders is krachtens deze verordening bevoegd op te treden tegen aankondigingen welke ontsierend werken’.
De burgemeester geeft dan in de circulaire commentaar op zijn brief. Wij ontnemen daaruit het volgende:
Later had ik nog gelegenheid voor de Keulse en de Nederlandse televisie een toelichting te geven op de door mij ondernomen stap. Ik stelde voorop, dat deze geenszins als een onvriendelijkheid jegens onze Duitse gasten mag worden beschouwd. Door de grote hoeveelheid opschriften, hoofdzakelijk in de Duitse taal, ontneemt men de buitenlandse toeristen de charme van het zich in den vreemde voelen en dreigt het respect voor de eigen taal verloren te gaan.
Het zwaartepunt van mijn aanschrijving vormt echter - zoals u kunt lezen - de aantasting van het dorpsschoon door borden van zeer grote afmetingen. (En juist deze vermeldden de opschriften in vreemde talen.) Hiertegen zal het gemeentebestuur in den vervolge - zo nodig - optreden. In positieve zin is inmiddels de plaatselijke organisatie ter bevordering van het vreemdelingenverkeer, de stichting ‘Touring Zandvoort’, werkzaam. Zij overweegt de uitgifte van uniforme aankondigingen van dienstverlening ten behoeve van de toeristen, welke ook voor de buitenlanders begrijpelijk zal zijn. Tenslotte verwijs ik met instemming naar een uitstekend artikel in de ‘Frankfurter Neue Presse’ van 24 augustus jl. waarin wordt gewezen op de verwantschap van de Duitse en de Nederlandse taal, maar ook op de moeilijkheden, welke kunnen ontstaan doordat gelijk klinkende woorden een geheel verschillende betekenis hebben. De schrijver besluit zijn zeer lezenswaardig artikel met de opwekking om de bewoners van een vreemd land dat men bezoekt, tegemoet te komen door zich enigszins van hun taal op de hoogte te stellen, een waardevolle suggestie, die ik gaarne onderschrijf en die volkomen past in het ook door mij van ganser harte gesteunde streven naar onderling begrip en goede verstandhouding tussen alle Europeanen van goeden wille.