Vreemde talen leren!
Naar aanleiding van hetgeen in uw blad is opgemerkt over het vermogen van Nederlanders om vreemde talen te spreken, in het bijzonder naar aanleiding van het stukje van F. in Uw nummer van maart jl., zou ik gaarne een bijdrage willen leveren tot de gedachtenwisseling.
Ik ben het eens met degenen, die menen dat wij in het algemeen onze vaardigheid in het spreken van Frans, Duits en Engels niet moeten overschatten, ook al ontmoet men soms landgenoten, die een of meer van deze talen met een benijdenswaardige perfectie spreken. Het is m.i. echter ook waar, dat velen op grondslag van het taalonderwijs op onze middelbare scholen, na enige oefening in het betrokken land, ‘zich aardig kunnen redden’, vooral ook omdat zij na korte tijd in staat zijn de bewuste taal te verstaan.
De opmerking van de Zwitserse student, vermeld aan het slot van het stukje van F., verschuift echter de gedachtenwisseling naar een andere grondslag, en wel op een m.i. onaanvaardbare wijze. De vraag, of het niet beter zou zijn, dat wij, in plaats van drie talen te leren, één taal góéd zouden leren beheersen, miskent