Behartigenswaardig
(P.) Zowel in dagbladen als in tijdschriften kom ik nogal eens tegen het woord ‘behartenswaardig’ in plaats van behartigenswaardig. Dat zelfs in O.T. (jan. 1960, blz. 1) deze fout wordt gemaakt, vind ik jammer. Het lijkt me wenselijk dat u de juiste vorm propageert. (Red.) U hebt gelijk. Zelfs in de nieuwste Van Dale (1958, 2e aflevering, blz. 212) komt ‘behartenswaardig’ niet voor. Wel: behartigen - behartigenswaardig - behartiger - behartiging.
Prof. dr. L.C. Michels was zo vriendelijk ons te wijzen op zijn artikeltje in de Nieuwe Taalgids (1954, blz. 316), waarin hij het gewraakte woord behandelt. Wij nemen daaruit het volgende, enigszins verkort, over. ‘Bezien uit het gezichtspunt van verantwoorde woordvorming kan alleen behartigenswaard(ig) recht doen gelden, niet behartenswaard(ig). Er heeft wel een ww. beharten bestaan, maar dit moet ofwel als geheel verouderd, ofwel als gewestelijk worden beschouwd. Dat het moderne gebruik hier zijn verklaring zou vinden, is uitgesloten. - De verklaring moet, behalve in een behoefte aan soepele ritmiek, te vinden zijn in onbewuste analogie. Hiervoor komen in aanmerking formaties als: levens-, stervens-, peinzens-, werkens-, zwervers-. Ook en vooral aan achtenswaard(ig) heeft men te denken. Zij alle vertonen een ritmische structuur waarbij behartenswaard zich gemakkelijk aansluit. Als laatste, maar alleen in volgorde, noem ik de inwerking van het Duitse bemerkenswert en beachtenswert waarvan het tweede geldt als vertaling van behartigenswaardig. Ondanks de ruime verspreiding zou ik het bestaansrecht van behartenswaard(ig) vooralsnog willen betwisten. Het komt mij voor dat weinigen bereid zullen zijn het voor hun bewuste verantwoording te nemen. In verband daarmee zie ik het feit dat het tot nog toe geen genade heeft gevonden bij de categorie van auteurs die gewend zijn de woorden stuk voor stuk aan te kijken: de makers van woordenboeken.’