Nozem
Opgetekend in de maand september de volgende woorden die de krant gebruikte om de jongelieden te typeren ‘waarover zoveel te doen is (was)’.
nozems
achtergeblevenen
onderontwikkelden
straatslijpertjes
spijkerbroeken
snotjongens
kwajongens
schooiers
bromkluivers
prethemden
Het woord nozem wordt zelfs al gebruikt ter vervaardiging van nieuwe: bromnozems (op de bromfiets), verfnozems (jonge artistiekelingen die graag ‘abstract’ doen in de schilderkunst), waternozems (aan de Loosdrechtse plassen), letternozems (would-be ‘moderne’ dichters). Het persagentschap Belga in Den Haag deelde ons mee dat het woord nozem in Vlaanderen onbekend is omdat het verschijnsel er niet bestaat! Gezegend land... Er is een Europees woordenlijstje van te maken: nozems, Halbstarken, teddyboys, blousons noirs, vitelloni, stiljagi, hooligans, Schlürfe, zazous...
Men heeft wel eens vermoed dat het woord nozem uit de onderduikperiode tijdens de oorlog stamt. Het zou een Joods woord zijn voor onderduiker. Dr. Max Reisel, docent aan de School voor Hebreeuwse Taal- en Letterkunde en Judaica te Rotterdam, heeft op ons verzoek het woord eens bekeken en komt tot de conclusie dat het niet het Joodse woord voor onderduiker is. In Spr. 11:22, aldus dr. Reisel, wordt een mooie domme vrouw vergeleken met een gouden neusring in een varkenssnuit. Het woord voor die neusring is nezem. Mogelijk is nu dat dit woord gebruikt is voor de abstractie ‘van buiten mooi, van binnen leeg’. De klank o kan volgens Hebreeuwse klankwetten te danken zijn aan het gebruik als abstractie of aan de ‘pausale’ vorm, d.w.z. de plaats van het woord op het eind van de zin. Hij wijst op een merkwaardige ‘parallel’. Het nieuw-Hebreeuwse woord voor ‘vertegenwoordiger van de Israëlische rijpere jeugd’ is tsabre. Eigenlijk betekent het cactus. Dus juist andersom: van buiten hard, stekelig, stug, van binnen zacht, edel, idealistisch. Of nezem-nozem inderdaad het grondwoord is voor ons nozem, kan dr. Reisel niet beslissen, maar hij meent dat men de mogelijkheid niet mag uitsluiten.