De jaarvergadering
Het is zo langzamerhand traditie geworden dat wij in de jaarvergadering van Onze Taal een algemeen taalkundig onderwerp aan de orde stellen. Zo hebben wij in de laatste jaren behandeld o.a. de aanduiding met ‘hij’ of ‘zij’, de nieuwe spelling, het Nederlands in Vlaanderen, botsingen in het taalgebruik, vreemde woorden in onze taal.
Voor ons is het uiteraard een grote voldoening te constateren dat deze bijeenkomsten ieder jaar door een groter publiek worden bezocht en dat sommige kranten aan het besprokene uitvoerig hun aandacht wijden. Ons Genootschap treedt in de afgelopen tijd steeds meer in de openbaarheid; daardoor staat het natuurlijk meer aan kritiek bloot dan voorheen, doch deze kritiek, die naar onze ervaring tot nu toe steeds van sympathie met ons streven getuigt, kunnen wij juist zo heel goed gebruiken. Wij moeten niet alleen werken in de veilige geborgenheid van studeerkamer met woordenboek en spraakkunst - het gevaar om te vergroeien tot pedante betweters ligt daar op de loer! - maar wij moeten ons juist begeven midden in het taalgebruik van onze veeleisende tijd; een openhartige discussie over netelige vraagstukken met de verantwoordelijke personen mogen wij niet uit de weg gaan.
Dit jaar hadden wij als thema voor de gedachtenwisseling gekozen: de uitspraak van het Nederlands. Wij houden ons weliswaar vrijwel uitsluitend bezig met het schriftelijk taalgebruik en vragen over uitspraak, klemtoon e.d. zijn maar incidenteel, maar ieder van ons heeft toch zoveel belangstelling voor onze taal dat het streven naar een juiste en mooie uitspraak van het Nederlands hem ter harte gaat. Over die uitspraak bestaan vele verkeerde voorstellingen. Hoe vaak hebben wij ervoor moeten waarschuwen dat niet elke geschreven letter ook een aparte klank vertegenwoordigt!
Een in uitspraakkwesties bij uitstek bevoegde taalkundige als Dr. B.C. Damsteegt hield de inleiding. Wij hadden het voorrecht de voorzitter van de Belgische V.B.O., prof. dr. Willem Pee, als gast in ons midden te hebben. Hij gaf als aanvulling op het betoog van dr. Damsteegt een beschouwing over uitspraakmoeilijkheden in België.
De voordracht, die als inleiding diende voor de gedachtenwisseling, vindt u in dit nummer, Spreken over uitspraak wordt vergemakkelijkt daar verschillende klanken kunnen worden nagebootst. De luisteraar merkt verschillen op en kan zich bijvoorbeeld een oordeel vormen over beschaafd-onbeschaafd. Bij het afdrukken van de tekst vallen deze klanknabootsingen echter weg. Zelfs al waren de woorden van de bandopnamen gedrukt, dan zouden zij in letterlijke zin nog niets zeggen. Desondanks hebben wij u de tekst aangeboden, zoals de geheel uit het hoofd sprekende inleider die heeft gegeven. Klanknabootsingen hebben wij bij benadering aangeduid. Voor de aaneensluiting van het betoog was het noodzakelijk om aan te geven op welke plaats een bandopname was ingelast.
Wij nemen aan dat de inleider bij degenen die belang stellen in het onderwerp, vele vragen zal hebben opgeroepen, wellicht ook tegenspraak. Wij zouden het op prijs stellen hun mening te vernemen opdat wij hun zienswijze te gelegener tijd in ons blad bekend kunnen maken.