Wentelen
(Ir. H.D.) In aflevering nr. 1 januauri 1959 pag. 6 van ons maandblad wordt onder ‘Taal I’ en ‘Kunstwoorden’ weer wentelwiek ter vervanging van helicopter genoemd. De mooie aliteratie ten spijt vind ik het een afschuwelijk woord. Ten eerste geeft het in het geheel niet weer wat ermede bedoeld wordt. Wentelwiek kan een roerapparaat, een nieuw poldergemaal, of wat dan ook zijn. Doch ernstiger acht ik, dat dit woord m.i. een beslist onjuiste gedachtenassociatie geeft. Wentelen wil over het algemeen uitdrukken, draaien om een horizontale as, waarbij bovendien aan een betrekkelijk langzame beweging gedacht wordt. Men kan daartegen aanvoeren, dat men toch spreekt van ‘zoveel omwentelingen per minuut’, waarbij de beweging zowel horizontaal als zeer vlug kan zijn. Dat het woord in enkele (zeldzame) gevallen een begripsverruiming heeft gekregen, tast m.i. de eigenlijke strekking niet aan.
Indien ik zou lezen: ‘In de fabriek van het bordes af neerkijkende, werd hij duizelig van de talloze wentelende wielen’, dan denk ik aan draaiende riemschijven of vliegwielen. Dus draaiend in een verticaal vlak. Wanneer men zou schrijven, dat de arme man duizelig werd door het zien van een serie ‘wentelende centrifuges’ (zeer snel horizontaal draaiende machines), zou dit m.i. lelijk en foutief zijn uitgedrukt. Ook de wentelende riemschijven zijn reeds niet zuiver uitgebeeld, in verband met hun snelle beweging.
Ten nader onderzoek of deze opmerkingen misschien een subjectieve technische taalnuance weergeven, zou ik gaarne vernemen of men zou goedkeuren: ‘Hij stond voor het raam en staarde naar buiten. Toen ik binnenkwam, wentelde hij zich plotseling om’. Ik hoop, dat u er bezwaar tegen zult hebben! Doch wellicht zult u wel goedkeuren: ‘Hij lag in bed, met het gezicht naar de muur. Toen ik binnenkwam wentelde hij zich lui om’. Men spreekt ook niet over twee mensen die ‘wentelend over de dansvloer zweven’. Doch men mag wel zeggen dat zij zich tijdens een worsteling over de vloer wentelden. Wentelteefje is dus goed, doch in hemelsnaam geen wentelwiek! Is het niet belangrijker een, zij het voor velen misschien onbewuste begripsinhoud van een woord, zoveel mogelijk levend te houden, dan door een klakkeloos gebruik van dat woord, in een overigens onnodig kunstwoord, een nog levende nuance verder te verwaarlozen?