De uitdrukking luidt: (aan) iets de bodem inslaan, bijv. aan zijn verwachtingen werd de bodem ingeslagen. Een zin als: ‘deze maatregel slaat ons plan de bodem in’ heeft als meewerkend voorwerp ‘ons plan’ en als lijdend voorwerp ‘de bodem’. In een passieve zin wordt ‘de bodem’ onderwerp en wordt het werkwoord dus enkelvoud.
De neiging tot ‘zijn’ ontstaat door de volgende drie verschijnselen:
1. | Het woordje ‘aan’ wordt in dit verband nog maar weinig gebruikt, zodat het gevoel voor het meewerkend voorwerp verzwakt. |
2. | De uitdrukking ‘de bodem inslaan’ is een vaste uitdrukking waarin u bodem niet kunt vervangen bijv. door ‘onderkant’; zij betekent ‘vernietigen’ en de zin krijgt dus hetzelfde model als ‘..zijn vele plannen vernietigd’. |
3. | De uitdrukking doet denken aan ‘ten gronde richten’, dus ‘de bodem in slaan’, d.w.z. met een klap in de grond slaan. |
Dit alles neemt niet weg dat orthodox Nederlands is: door die maatregel is vele plannen de bodem ingeslagen.