Kunstwoorden
(Mr. M.v.D.) Zinloze woorden, als de door dr. Paardekooper in zijn artikel samengegaarde, kunnen misschien bruikbaar zijn ter vervanging van nummers bij het benoemen van onderdelen van een ingewikkelde machine, maar een vreemd woord gaat m.i. altijd boven een onzinnig eigen bedenksel!
Tijdens de eeuwwisseling kon het Franse vélocipède worden verdrongen door de vinding van fiets. Hef voor hefschroefvliegtuig geef ik weinig kans (misschien voor ‘lift’? Of heffer?), maar wentelwiek kan zeker in gebruik komen (en dan later wiek) en het van het lagere, moeilijk uit te spreken hefschroefvliegtuig winnen; als luchtvaartgezaghebbenden besluiten het uitsluitend in spraak en geschrift te gaan gebruiken. Heliport wordt dan van zelf wiekveld of -plat, als het hoog ligt.
Ik kom hier op een oud denkbeeld van mij, dat ik indertijd op een jaarvergadering van ‘Onze Taal’ in Amsterdam al eens verdedigd heb, maar dat toen niet voldoende aandacht van het bestuur kon verwerven: er moet een lichaam komen, dat nieuwe woorden in onze taal dadelijk bij hun verschijnen in pers en tijdschrift te lijf gaat, er een deugdelijk Nederlands woord voor zoekt en zoveel gezag bij uitgevers en dagbladredacties heeft, dat men het woord onmiddellijk in gebruik neemt en de indringer er uit gooit of laat. Want juist is, wat de heer P. in zijn artikel zegt: de mensen wennen vlug aan het nieuwe, vooral als het praktisch is (en kort, zeg ik erbij!). Het vlug erbij zijn is zeer belangrijk, het goede woord prentbriefkaarten (prentkaarten zou nog beter zijn geweest) voor het Duitse ansichtkarten kon het al in gebruik gekomen vreemde woord niet meer ‘inhalen’ en men ziet dit laatste nog steeds in kleine boekwinkels gebruiken.