Taal III
Als de heer Van Eyk er zo over denkt, kan hij het zich tot een eer rekenen tot de onverschilligen te behoren, die onze taal de wereld uit helpen. De Franse invloed ten tijde van Philips van Bourgondië hebben we ‘overleefd’, maar door middel van de huidige technische hulpmiddelen als b.v. film en radio en het intensieve verkeer met landen als Amerika en Duitsland, gaat alles vlugger en radicaler! De stroom Engels-Amerikaanse woorden blijft aanhouden. U schrijft: vreemde woorden hebben vaak de eigenschap een begrip in een enkel woord weer te geven. Wat een onzin: onze taal heeft een zéér rijke woordenschat, maar we zijn te gemakzuchtig en te onverschillig en nemen de Engelse woorden klakkeloos over.
(Uit ‘Maar menéér...’, Het Parool nov.-dec. '58)