Nylon
1. We zijn - dat hebben we jaren geleden al ruiterlijk erkend - er voorstanders van om de mensen in spellingzaken niet nodeloos te kwellen. Daar hebben we wel eens vijanden mee gemaakt. Zo stellen we in een bui van gemakzucht voor om ‘nylon’ voortaan te spellen met de gewone lange ij, dus nijlon. Spijt me wel, zegt iemand, dat vliegertje gaat lekker niet op, want nylon is een wettelijk beschermde eigennaam en géén soortnaam. Daar zitten we. Maar je bent talenkenner of niet: hier komt het Italiaans: nailon! De Grieken die geen Griekse i als aai kennen, schrijven ναιλον. (Een kenner van het Grieks heeft ons achteraf meegedeeld dat dit woord de betekenis heeft gekregen van ‘mooi meisje’!)
2. Volgens de Woordenlijst kan ‘nylon’ o. en m. en v (m.) zijn. Het gladde, glanzende beenomhulsel is de nylon en, naar onze ervaring, komt als stofnaam het meest het nylon voor.
3. Er is een mooi verhaal dat vlak na de oorlog werd verteld. De scheikundige Carruthers die de werkwijze heeft ontdekt, riep op dat geprezen ogenblik uit: ‘Now You Lousy Old Nipponese!’. De beginletters van deze zelfgemaakte vreugdevloek vormen ‘nylon’. Jammer genoeg een ongeloofwaardige geschiedenis omdat ‘nipponese’ ongebruikelijk Amerikaans is en omdat het woord al twee jaar voor de overval van Pearl Harbour gemaakt werd. De firma Du Pont de Nemours waar de stof het eerst is vervaardigd en die het patent heeft verworven, heeft destijds eenvoudig een wedstrijd onder haar personeel uitgeschreven om een nieuw woord te scheppen. Het moest handig, kort, welluidend enz. zijn. ‘Nylon’ betekent dus nylon en niets meer. De uitgang -on vindt u ook in bijv. cotton en rayon.