Onze Taal. Jaargang 27
(1958)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 39]
| |
aan de dag’? Wij hebben zo'n idee dat wij geen van beide zeggen. Er zijn strenge taalmensen die deze uitdrukking afkeuren, ja zelfs onbeschaafd vinden. Wij behoren niet tot dezulken. □ ‘Voor zoveel mogelijk’ is een kruising van ‘voor zover mogelijk’ en ‘zoveel mogelijk’ □ Hetzelfde lelijke woord moet gezegd worden van ‘voor onze kosten’. Geboortig uit ‘op onze kosten’ en ‘voor onze rekening’. □ Laten we niet al te scherpzinnig zijn in onze kritiek, anders durven de mensen geen woord meer op papier te zetten. Als iemand voor de eerste keer het huis verlaat en daarna terugkeert, mag men dan zeggen dat hij weer terugkeerde? Kijk, dat is nou een vraag waarop je beter kunt zwijgen. □ ‘Vier mannen waren van dat feit ge tuige(n)?’ Hoe zit dat? We hebben vroeger eens bij hoog en bij laag volgehouden dat het ‘getuigen’ zou moeten zijn, maar we beginnen te twijfelen. ‘Getuige zijn van’ betekent zoveel als ‘zien’, ‘erbij zijn’ en dat zou dus niet noodzakelijk in het meervoud moeten. ‘Vier mannen waren getuigen’ is weer wat anders. Mijne moeilijke moedertaal... □ Voor uw vakantie raden wij aan de rede die Bolland gehouden heeft in 1911: ‘Het Nederlandsch als taal voor hoogere aangelegenheden des geestes’. Daarin staat wat anders dan die doctorandus zo stiekemweg aanstipte in zijn redevoering van mei. □ Over die titel doctorandus ook weer wat brieven gehad. Het houdt ons maar bezig. Sommigen vinden het ronduit maar kouwe kak. Dat gaat ons te ver. Wij zouden zeggen tot het vijfenveertigste levensjaar staat het nog, want dan kan men aannemen dat hij nog moetende doctor worden is. Daarna moet niemand wat. □ Een heel ernstige man vraagt ons heel ernstig of nu eindelijk niet dat gewone, pittige woordje ‘rot’ in de officiële taal der beschaafden kan worden geduld. Tja, wij kennen eigenlijk heel wat officiële beschaafden die dat gewoon zeggen. In huiselijk verkeer tenminste. Laatst hoorden wij een grapjas die zei: ik lach me een klein lelijk woordje. □ In de radiotaal begint de pórtubbul tamelijk vaste voet te krijgen. Het zijn ook handige dingetjes die je kunt meeporten op reis. Wie neemt er nu een draagbaar mee als hij gaat piknikken! □ Power Take Off komt ook in het Nederlands voor: krachtafnemer. □ ‘Hetwelk’ is verouderde taal, dat weten we. Maar hoe moet het in ‘het grensbedrag tot hetwelk deze toelage kan worden genoten’? Aarzelend antwoorden we: tot waaraan. □ Amerikaans blijkt soms onvertaalbaar te zijn. We zijn niet op ons mondje gevallen maar van ‘a must book’ zijn we toch even stil geworden. □ Een bekend dik weekblad had het over een ‘gereüsseerd scheepsbouwer’. Niet erg geslaagd. □ Beter is de durver die schreef over zijn eigenlandse einddiploma. □ ‘Toen heb ik haar op de man af gevraagd of ze...’ Mooie taalbotsing. Toch maar niet teveel bij de afkomst van woorden en uitdrukkingen zweren. Een loodgieter giet geen lood. □ Bij een glanzende auto moet u buitenbanden met witte zijvlakken nemen. Staat CD-ig. Noem ze dan white sides. □ Voor zover ons bekend is, moet Bonner Regering afgekeurd worden. Het is Bonnse regering. □ Nog eens iets over de autobanden. Voor ‘coveren’ bestaat een goed Nederlands woord: verzolen. Het doet aan de schoenmaker denken, maar ook zonder die bijgedachte zullen automobilisten de voorkeur blijven geven aan het Engels. □ Je krijgt daardoor immers zo'n knus vaktaaltje: het maakt diepe indruk op de gewone man en het verbindt de autorijders aller landen. □ Zo ook: de choke. Toegegeven de ‘luchtsmoorklep’ van de C.T.T. is wat zwaar-op-de-hand. Je kunt er ook niet mee choken want dan zou je moeten luchtsmoorkleppen. De uitspraak van de choke is met een tsj, maar daar komt niet veel van terecht. Eerlijk gezegd, zouden wij al dat soort Nederlands ook een Nederlandse spelling willen geven, dus: sjook. Voor sjek voelen we ook iets. □ Wie meer van autotaal wil weten, schaffe zich aan de C.T.T-woordenlijst: Vervoermiddelen over de weg (N 5010). Er is ook een voortreffelijk boekje van Ford: Hoe heet dat in 't Nederlands? Dat begint met ‘Het koetswerk’. Kunt u begrijpen dat iemand nog ooit carosserie zegt als hij dat statige koetswerk kent? □ ‘De oliehaard waar heel ons land van spreekt en ongetwijfeld de meest verkochte oliehaard van het seizoen zal worden.’ □ Wel eens van spijtoptant gehoord? Dat is iemand die ‘geopteerd’ had voor de Indonesische nationaliteit, maar daar nu spijt over heeft. Er valt over deze woordvorming wel wat te zeggen maar we doen het niet; anders lopen we het gevaar dat de hoge ambtenaar die dit woord gesmeed heeft, ons het mes op de keel zal zetten: hoe moet ik zo iemand dan wel noemen? □ Ambtenarenwoorden: ‘ingevolge’ en ‘ten gevolge van’. Wel degelijk een verschil in betekenis. Het eerste is ‘overeenkomstig, in overeenstemming met’, dus ‘ingevolge uw verzoek, een bepaling’. Het tweede is ‘door, wegens’, dus ‘ten gevolge van de verwondingen is hij gestorven’. □ Een typische Vlaamse zinsbouw is ‘dingen waar wij zouden moeten aan denken, gevolgen waar wij moeten voor oppassen’. De Nederlander geeft de voorkeur aan: waar wij aan zouden moeten denken, waar wij voor moeten oppassen. Ook waaraan wij, waarvoor wij enz. □ In een rapport over het werken in een fabriek gelezen: ‘Voorts werden er door mij ten behoeve van de directie enige reinigingswerkzaamheden verricht’. Bij navraag bleek dit te betekenen: ‘Ik heb de vloer opgeveegd’. □ Doet ons denken aan het verhaal over dat bordje in een Amerikaans regeringsbureau. Er stond: Illumination is required to be extinguished before these premises are closed to business. President Roosevelt las het, kraste het door en zette ervoor in de plaats: When you leave this room, be sure to turn off the lights. □ En om met een citaat van een Engelse klessik, de 16e-eeuwer Francis Bacon, te sluiten: Reading maketh a Full Man and writing an Exacte Man. |
|