Aardrijkskundige namen
(C.M.) Wat moeten we met de spelling van onze aardrijkskundige namen beginnen? In België is men ons een stuk voor: Esschen is daar Essen en terwijl de Belgen gewoon ‘Zelzate’ schrijven, zie je in Nederlandse kranten ‘Selsaete’ en soortgelijke dure vormen. Zutfen handhaaft zijn pseudo-griekse afkomst, Monnikendam zien we soms verrijkt met een c. In Usquert houdt men de naburige - werd-namen op een eerbiedige afstand. De vorm Acquoy is de Topografische Dienst te gek geweest, althans op zijn kaarten staat Akkooi. Is er een officiële instantie die dit probleem regelt?
(Red.) Een officiële lijst van aardrijkskundige namen bestaat er in ons land (nog) niet. Dit is droevige waarheid, maar telefoongesprekken met officiële instanties hebben ons dat duidelijk gemaakt. Er is een ‘Lijst van aardrijkskundige namen’, uitgegeven in 1937 door het Kon. Ned. Aardrijkskundig Genootschap, maar deze lijst was te ‘modern’, zodat diverse gemeenten hem niet hebben aanvaard. De Topografische Dienst moet intussen voor kaarten blijven zorgen en daarop moeten namen staan. Deze dienst gebruikt, om uit de moeilijkheden te komen, verschillende bronnen, o.a.
1. | de uitgave over de Volkstelling 1947, Centraal Bureau voor de Statistiek, |
2. | de districtsbeschikking van het Min. van Binnenlandse Zaken, |
3. | de Gids voor de Binnenscheepvaart, uitgave van de Rijkswaterstaat, |
4. | de zg. polderboeken, uitgave van de Rijkswaterstaat. |
Het is eigenlijk een onhoudbare toestand. We moeten er dan ook op aandringen dat het werk van de spellingcommissie voor de aardrijkskundige namen zo gauw mogelijk zijn beslag krijgt. Over de kwestie van de modernisering hebben al meer geschreven. Juist aan de spelling van de eigennamen zijn zoveel kwesties van gevoelswaarde verbonden. Maar men moet ook wat durven! Je kunt beter in Aerdenhout dan in Aardenburg wonen... Aerdenhoudt zou nòg mooier geweest zijn.