Onze Taal. Jaargang 26
(1957)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermdKom eens met ons praten!Geen boeiender lectuur op de zaterdagavond dan de bladzijden uit dag- en weekblad waarop personeel wordt gevraagd. Heel de verandering van de maatschappelijke structuur wordt in het taalgebruik zichtbaar. De kranten van 1937 tot 1957 bieden in dat opzicht een prachtige bron voor een sociologisch-taalkundige dissertatie. U kent toch die aandoenlijke human approach? Meisje, kom eens met ons praten! Je mag gerust je ouders meenemen. Diploma's worden niet gevraagd. Wèl moet je prettig met je collega's kunnen samenwerken. Waarom zou je je verloofde ook niet meenemen? Je leert een goed vak en je spaart meteen voor je uitzet. Zeg, Ineke, waar heb je die schattige bontmantel vandaan? O, ik werk bij de Firma Dinges, een goed salaris, zeg. En op de koop toe, vier weken vakantie, we hebben dit jaar een reisje naar de Ardennen gemaakt en Henk is ook meegeweest. Een overhemdenfabriek vraagt medewerkers (1937: arbeiders), een accountantsbureau vraagt ambitieuze administratieve krachten (1937: bediendes). Er zijn ook nog commerciële, technische en leidinggevende krachten nodig. Verder nog actieve, jonge en energieke krachten. En assistenten, vooral assistenten, er zijn veel te weinig assistenten. Vooral representatieve gevorderde assistenten met inventieve capaciteiten in de propagandasector, daar zitten we om te springen. Twintig jaar geleden werden er (soms...) gevraagd vlotte, keurige, ijverige, bekwame, jonge lieden, zonder goede referenties en diploma's onnodig zich aan te melden. Opgave van verlangd salaris... Nu is er - bij gebleken geschiktheid woning beschikbaar. Zo is de taal de spiegel van de tijd... Bega nu niet de noodlottige vergissing dat wij die tijd van vroeger weer terug wensen! Wij vinden die kranten van twintig jaar geleden hard, arrogant en meedogenloos met hun aankomende handelsreizigers, keurige arbeiders, beslist zeer nette juffrouwen en ijverige naaisters. Onze taalkundige belangstelling richt zich vooral op de aardige moeilijkheden. Merkt u ook de strijd op tussen ‘personeelszaken’ en ‘personeelzaken’? Een vreemde lokroep liet de directie horen die een receptioniste begeert. Dat zij geen representatieve kracht maar een representatieve verschijning moet hebben met goede omgangsvormen, vinden wij pleiten voor de goede smaak van de heren. Maar verder.. ‘Sollicitante moet de Engelse taal vlot spreken, terwijl dit voor Frans en Duits tot aanbeveling strekt’.Ga naar voetnoot1) Wij zouden zo'n representatieve receptioniste ook wel in dienst willen nemen, zelfs zonder goede omgangsvormen. |
|