Om de (andere) maand
(F.M.G.) Wat is het ‘om de maand’ of ‘om de andere maand’, bijv. in de zin: deze adverteerder plaatst om de (andere) maand een advertentie in ons blad.
(Red.) Met het woordje ‘om’ kan men het begrip van afwisseling uitdrukken: om beurten, beurt om beurt, om beurt. Dit verschijnsel komt ook voor bij tijdsbepalingen met een zg. rangtelwoord: ‘om de derde dag’ wil zeggen: twee dagen niet, de derde dag wel. Het woord ‘ander’ heeft de oude betekenis van een rangtelwoord (tweede) en is in deze ‘om’-uitdrukking gebruikelijk. De uitdrukking luidt dus ‘om de andere maand’. Daarnaast bestaat ‘om’ in een uitdrukking om een zekere regelmaat in tijdsverloop vast te stellen, nl. ‘om’ met een gewoon telwoord: om de vier woorden begint hij te hoesten, dus hij zegt vier woorden en dan hoest hij. Hiermee komen we in een knoop, want in plaats van ‘om de derde dag’ kan men ook zeggen ‘om de drie dagen’. Men zou dan, abusievelijk, kunnen redeneren: drie dagen niet, de vierde wel, terwijl het moet zijn: twee dagen niet, de derde wel. Als we zeggen ‘om de zes bladzijden moet ik even rusten’, bedoelen wij ‘zes bladzijden lezen en na de zesde bladzijde rusten’. Zo betekent ‘om de twee dagen’ hetzelfde als ‘om de andere dag’, nl. één dag wel, één dag niet. Of kunnen wij, gelijk vele anderen, niet goed tellen?