Ieder die iets van het Genootschap afweet, zal begrijpen dat een vaste secretaris niet uit eigen middelen betaald kan worden. Daarom heeft het bestuur zich ingespannen om de belangstelling voor Onze Taal, die reeds bij de rijksoverheid aanwezig was, zodanig te vergroten dat wij in het genot van een subsidie zouden worden gesteld.
Ten einde daartoe te geraken moesten wij de statuten wijzigen. Op 25 februari is een ledenvergadering gehouden, die de nieuwe statuten heeft goedgekeurd en zich met de plannen van het bestuur heeft verenigd. Op 17 mei is de koninklijke goedkeuring verleend en daarmee beschikken we thans weer over goed aangepaste statuten en een naar de eisen des tijds opgesteld huishoudelijk reglement.
Tegelijkertijd was bij het Ministerie van O., K. en W. een aanvraag tot subsidie ingediend, die daar - uiteraard tot onze grote vreugde - een willig oor heeft gevonden. Op 4 augustus ontvingen wij het bericht dat de minister voornemens was een subsidie van f 10.000, - op de begroting te plaatsen. Eind december heeft de Tweede Kamer de begroting aangenomen zodat de subsidie als zeker kan worden beschouwd.
Hierdoor zijn onze geldmiddelen in belangrijke mate versterkt. De plannen tot uitbreiding van onze werkzaamheden en tot werving van nieuwe leden kunnen nu in het nieuwe jaar verwezenlijkt worden.
Aan de voorbereiding voor het congres heeft een onzer leden - tot dusver slechts aan de redacteur bekend als een belangstellende en kritische lezer - een krachtig aandeel gehad. Met juiste stuurmanskunst heeft hij richting gegeven aan het werk en metterdaad heeft hij hulp verleend. Dit was voor de voorzitter aanleiding hem uit te nodigen tot het bestuur toe te treden. Op 25 februari hechtte de ledenvergadering haar goedkeuring aan de benoeming van de heer R.A. Warmenhoven, waardoor in de vacature-De Block op een hoopvolle wijze was voorzien.
Toen de statutenwijziging tot een goed einde was gebracht, heeft de heer Muller de tijd gekomen geacht om zijn taak als penningmeester neer te leggen. Zeventien jaar lang heeft hij nauwgezet een lastig onderdeel van het bestuurswerk verricht. Het bestuur is hem zeer erkentelijk voor zijn werkkracht die hij aan het nogal omslachtige penningmeesterschap zo vele jaren lang heeft gegeven. Gelukkig blijft de heer Muller als bestuurslid behouden; wij zouden zijn oordeel bij de beraadslagingen niet graag willen missen.
Het belangrijke ambt van penningmeester moet bij voorkeur bekleed worden door een financiële deskundige. Om die reden is de heer M.J.F. Donkers, drs. in de economie en accountant, uitgenodigd in het bestuur zitting te nemen. De uitnodiging is aanvaard en de algemene ledenvergadering op 14 juli heeft zich verenigd met het voorstel tot benoeming. Zo is ook in deze vacature op gelukkige wijze voorzien.
Ten opzichte van de lezerskring is 1956 een weinig vruchtbaar jaar gebleken. Wel zijn er ca. 500 nieuwe lezers bijgekomen, maar er zijn ook ca. 400 oude afgevallen. Alle nieuwe belangstelling stemt evenwel tot verheugenis.
Hoewel aan het bestuur luisterrijke zalen zijn aangeboden voor de viering van het 25-jarig bestaan, is het bij een dubbel nummer van ons maandblad gebleven. In dat jubileumnummer zijn uitspraken aangehaald van hen die in het verleden zoveel voor ons Genootschap hebben gedaan, en zijn artikelen opgenomen van leden van onze Raad, die ons doen gevoelen hoe voorzichtig het taalgebruik beoordeeld dient te worden.
Het is ons een genoegen te kunnen mededelen dat wij met de V.B.O. zeer goede betrekkingen onderhouden. Enkele van onze leden hebben in juni de Taaldag in Knokke bijgewoond. De redacteur hield er een voordracht over goed en slecht Nederlands.
De Vlamingen overwegen het stichten van een Taalcentrale. Zij rekenen daarbij op onze medewerking. Bij de uitwerking van het plan zal onze redacteur als vertegenwoordiger van het Genootschap deelnemen.
De financiële resultaten van 1956 zijn niet gunstig. De som van de uitgaven is tot f 9.646, - gestegen, doch de inkomsten vertonen een tekort van f 376, -. De rekening is vereffend daar het kapitaal is aangesproken. Het is echter een geruststelling te weten dat de subsidie o.a. is aangevraagd om bepaalde verhoogde uitgaven te kunnen dekken. In het volgende jaar behoeft daarom geen tekort gevreesd te worden.
In het afgelopen jaar is een bredere basis voorbereid voor de organisatie van ons Genootschap. Moge de ontplooiing van het werk nu spoedig volgen!
Ir. J.P. Smits, secretaris.