fosfor (vroeger phosphor) en fosfaat, fysica en fysisch, ook mirre (vroeger myrrhe) en rabarber.
Wat de andere, niet-algemene veranderingen in de spelling van bastaardwoorden betreft: ae in e, c in k, ionn in ion, ou in oe, qu in kw, th in t, y in i enz. houden wij ons aan de hieromtrent gegeven regels en indien deze ontbreken of voor een bepaald geval niet toepasselijk zijn, aan de in de Woordenlijst vastgestelde spelling van de grondwoorden, waarvan de gezochte woorden zijn afgeleid.
In de Woordenlijst vindt men b.v. de woorden ether en etherisch zonder voorafgaande a, maar mèt h (in de voorkeurspelling) opgenomen. Het is dus wel duidelijk, dat de vele afgeleide woorden: ethaan, ethanal, ethanol, etheen, ethoxyethaan, ethyl, ethyleen en ethyn ook op deze wijze gespeld moeten worden.
De als k uitgesproken c's blijven in de meeste bastaardwoorden behouden, b.v. academicus, calcium, carbol, colloïde, corroderen enz., maar zijn in andere door k's vervangen, b.v. akkoord, elektriciteit, kandidaat, karamel, karton, kassa, klassiek, kopie, kostuum, kritiek, krokus, kwarto, praktijk, praktisch, produktie, publikatie, reproduktie, vakantie e.a.
De regels van ion en ou moet een scheikundige kennen, als hij een vloeistof gaat fractioneren en later, wanneer hij als functionaris wordt gepensioneerd, maar ook als hij voor zijn vrouw een rayonnen blouse koopt, die hij eerst goed onder de loep heeft genomen. Een chemicus onderzoekt de stoffen tegenwoordig kwalitatief en kwantitatief en werkt daarbij frequent met equivalentgewichten of met ekwivalentgewichten, want deze beide spellingen zijn equivalent (ekwivalent), maar in zijn geschriften moet hij consequent het ene of het andere woord gebruiken.
Aan het eind van woorden op th wordt de h geschrapt. Dit geldt o.a. voor de mineralen kryoliet, lepidoliet en zeoliet. Vóór een medeklinker kan ook geen h meer worden geduld: antracun en antraciet.
Overigens is in de voorkeurspelling bijna overal de th gehandhaafd, b.v. in apotheek en apotheker, methode en theorie.
Vragen wij nu, welke consequenties het hier medegedeelde heeft voor de namen van de elementen en hun symbolen, dan is het antwoord voor de namen der elementen: internationaal geen, nationaal weinig, voor de symbolen: geen. Bezien we de namen der elementen in hun natuurlijke volgorde (periodiek systeem van Mendelejeff - deze Russische naam is op zichzelf al een spellingprobleem: fr. Mendéléev, eng. Mendele(j)eff, d. Mendelejew -), dan komen de volgende voor een bespreking in aanmerking (W.L. = officiële woordenlijst; int. = internationaal).
Lithium (int.) behoudt de h wegens lithografie (W.L.), Beryllium (int.) wordt berillium wegens beril (W.L.), Phosphorus (int.) wordt fosfor,
Cobaltum (int.) wordt kobalt wegens kobaltblauw (W.L.),
Krypton (int.) blijft onveranderd, ondanks cryptogram (W.L.),
Zirconium (int.) wordt zirkonium wegens zirkoon (W.L.),
Ruthenium (int.) blijft onveranderd,
Rhodium (int.) wordt rodium,
Caesium (int.) blijft onveranderd,
Lanthanium (int.) blijft onveranderd,
Promethium (int.) blijft onveranderd,
Thulium (int.) blijft onveranderd,
Rhenium (int.) wordt renium,
Thallium (int.) blijft onveranderd (W.L.),
Bismuth (int.) verliest de h aan het eind (W.L.),
Thorium (int.) en alle niet genoemde namen van de in totaal honderd elementen blijven onveranderd.
De internationale naam voor zuurstof is oxygenium (fr. oxygène, eng. oxygen) en in overeenstemming hiermee schreven de chemici vroeger oxydatie, oxyde, oxyderen. Deze spelling heeft de Woordenlijst overgenomen. Maar nu is kort geleden internationaal aangedrongen op de spelling oxide voor de zuurstofverbinding aan een element, in analogie met de uitgang -ide van chloride, sulfide, nitride, carbide enz. Het is nu dus ook oxideren en oxidatie, maar het blijft oxygas en oxyzuren. Het is te verwachten dat deze verandering bij een herziening van de Woordenlijst zal worden gesanctioneerd.
De nieuwe regels met betrekking tot de spelling van de tussenklanken in samenstellingen hebben ook sommige eenvoudige woorden die in scheikundige geschriften dikwijls voorkomen, niet onberoerd gelaten. Men schrijft nu druivesuiker en mierezuur, omdat het eerste lid van deze woorden niet ‘noodzakelijk de gedachte aan een meervoud opwekt’, zoals de Leidraad voor de officiële Woordenlijst het uitdrukt. De chemici, opgevoed met druivensuiker en mierenzuur, zullen daaraan moeten wennen. Zo kan men er ook mee akkoord gaan het sap van een bes ‘bessesap’ te noemen, maar de fabrikant die iedere zomer duizenden kilo's bessen in zijn fabriek tot bessesap verwerkt, ontkomt er niet aan, dat het eerste lid bij hem wèl de gedachte aan een meervoud opwekt, zodat hij de gevulde flesjes met ‘bessensap’ etiketteert. Ik zou dan ook twee sapnamen willen onderscheiden: bessesap voor het vocht van één verdwaalde bes, die op een lichte zomerjurk en op tafelgoed zo'n moeilijk te verwijderen vlek kan geven, en bessensap in flesjes en over pudding.
Dr. G.J.v.M.