Jaarverslag 1955
De werkzaamheden van ons genootschap bepalen zich in hoofdzaak tot de handelingen van het bestuur en van de redacteur voor het orgaan en een jaarverslag wordt dus het verslag van hetgeen bestuur en redacteur ondernomen hebben en tot stand gebracht.
Op 5 februari had een ontmoeting plaats in Antwerpen met het bestuur van de Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal. De persoonlijke gesprekken verduidelijken telkens weer werkwijze en doel van beide verenigingen en maken het gemakkelijker de bestaande verschillen te begrijpen en te eerbiedigen.
Het bestuur heeft zich verder vooral bezig gehouden met het congres. Aangezien het houden van dit congres in het bijzonder bepleit is door de heer Van de Pol, viel het ernstig te betreuren dat deze vrijwel de eerste helft van het jaar door persoonlijke omstandigheden niet in staat was de voorbereidingen te leiden. Door het instellen van een commissie ad hoc is getracht de plannen toch uit te werken en uit te voeren en - blijkens het welslagen van het congres - is de commissie daar alleszins in geslaagd.
Het overleg met de sprekers, de keuze der onderwerpen, de uitnodigingsbrief, het kiezen van de aan te schrijven deelnemers en de voorzieningen op de dag zelf hebben veel tijd en aandacht gevraagd en er is menige avond aan besteed om de stand van zaken en de voortgang te bespreken. Na de zomervakantie kon de heer Van de Pol ook zelf weer aan de voorbereidingen deelnemen; hij heeft een persconferentie in het Hôtel des Indes op touw gezet, waar 33 bladen waren vertegenwoordigd, die kort voor de 15de oktober de algemene publiciteit voor het congres in hoge mate hebben bevorderd en na afloop zeer gunstige en soms uitgebreide beoordelingen hebben geschreven. De Taaldag kan inderdaad een succes genoemd worden en het bestuur heeft van velen geestdriftige brieven ontvangen over het werk van het genootschap.
Na afloop van alle opwinding heeft de voorzitter op hartelijke wijze de commissie voor haar werk bedankt. Ook de heer Van de Pol verdient grote hulde voor zijn initiatief en grote dank voor de onbegrensde steun die het genootschap door zijn bemiddeling bij de voorbereiding van het congres mocht ontvangen. Zonder de krachten en de hulpmiddelen die hij ter beschikking heeft gesteld, zou het vele werk nooit op tijd afgedaan kunnen zijn.
De sprekers, de heren Prof. Krul uit Delft, Prof. Van Es uit Groningen, Prof. Stuiveling uit Amsterdam, en de heer Leenen uit Brussel, hebben door hun boeiende voordrachten het belang en het aanzien van het genootschap verhoogd en versterkt. Ongeveer 400 belangstellenden zijn uit alle delen van het land naar Amsterdam gekomen en een verheugend aantal heeft zich daarna voor het lidmaatschap aangemeld. Van vele zijden is op herhaling van deze Taaldag aangedrongen en deze eerste gewaagde proef, die een geslaagde proef is geworden, zal ons een richtsnoer zijn voor ons beleid en de opwekking tot het lidmaatschap in de naaste toekomst. Maar noch de financiën, noch de organisatie zijn sterk genoeg om een spoedige herhaling in het vooruitzicht te kunnen stellen.
Was de financiële uitkomst in 1954 negatief door een tekort van f 70, -, in 1955 gaven de normale inkomsten en uitgaven een bescheiden overschot.
De uitgaven voor het congres moeten als bijzondere uitgaven beschouwd worden en konden bestreden worden uit het kleine kapitaal dat in jaren van voorspoed uit de overschotten is gekweekt. Een aderlating van f 2.300, - bewijst echter wel dat een volgend congres vooreerst niet uit eigen middelen kan worden bekostigd, daar dan met de eieren ook de kip opgegeten zou zijn.
Samenvattend kan gezegd worden dat het jaar 1955 voor ons genootschap gunstig en van grote betekenis is geweest. Gunstig omdat het ledental wederom is toegenomen en de geldelijke uitkomsten een voordelig saldo vertonen, van grote betekenis omdat wij ons aan een krachtproef hebben onderworpen ten aanzien van de openbare belangstelling, die bijzonder goed is uitgevallen.
25 februari 1956.
Ir. J.P. Smits,
secretaris.