Taal en techniek
Prof. W.F.J.M. Krul
Voor U staat een technicus, die niet over de techniek der taal maar over de taal der techniek zal spreken. Mijn liefde voor de taal is een jeugdliefde, schuchter en onwennig. Ik hoop, dat U een voorrecht genoten heeft zoals ik dat heb gehad: een inspirerende leraar in de meest ontvankelijke levensperiode, beslissend vaak voor de toekomst. Heerlijk was het onze dichters te lezen: ook na de studie van vreemde talen bleef voor ons het Nederlands de schoonste taal op aarde. Latere levenservaringen, reizen in het buitenland, leerden mij, dat dat geenszins het geval was. Andere factoren echter dan schoonheid bepalen trouw en blijvende liefde; door bezinning op deze factoren in tijden van twijfel kan de liefde behouden blijven.
Twijfel rijst in het groeiende wereldverkeer, dat ons coördinatie op velerlei gebied brengt. Is in die wereld nog plaats voor een kleine taal? Moet de beoefenaar der wetenschap zich niet in het bijzonder toeleggen op publikaties in een der wereldtalen en daarbij zijn moedertaal gaan verwaarlozen? Het antwoord op deze vragen kan overgenomen worden door het antwoord op de vraag: dekt onze taal een culturele gemeenschap van een zodanig eigen karakter, dat zij een factor van betekenis is in onze samenleving en positieve impulsen geeft aan hen die tot die gemeenschap behoren? Dat antwoord is te vinden bij Huizinga: ‘Zolang wij de eigen denkwijze, het eigen begrippenstelsel handhaven, waarvan onze taal vorm en uitdrukking is, en daarin het vreemde opnemen en verwerken, behoeven wij geest en taal voor geen invloed van elders angstvallig te sluiten. Een overmatig purisme is een zonde tegen de cultuur. Houd het Nederlands zo, dat het goed Nederlands en tevens zo internationaal mogelijk is.’
Zo geeft ons onze eigen Nederlandse cultuur een hechte grondslag, waaruit wij levenssappen puren voor onze taak in de wereld. Onze activiteit in de wereld moet bevrijd zijn van nationalistische engheid maar tegelijk gesterkt door het bewustzijn van een nationale cultuur.
De ongekende groei der techniek stelde de technicus voor ongekende taalproblemen. Hij kon meewerken aan de verrijking onzer cultuur door het vormen van nieuwe woorden en door het overnemen van vreemde woorden. Maar ook kon hij onze taalcultuur zwakker maken door klakkeloos gebruik van slecht vertaalde, half begrepen woorden en zinswendingen, die tegen ons taaleigen indruisen, zonder onderzoek of de eigen taal mogelijkheden tot goede en zelfs betere begripsuitdrukking biedt.
Doelbewuste taalzuivering vindt men reeds in de 16e en 17e eeuw. Spieghel schreef een grammatica van het Nederlands, Coornhert sprak in de voorrede over ‘bouwen en schuimen’. Stevin verrijkte het Nederlands met woorden die in de meeste talen ontbreken, als ‘wiskunde’, ‘kegelsnede’, ‘middellijn’. Eenmaal bemoeide zelfs de overheid zich met taalzuivering. Bilderdijk werd in 1806 voorzitter van een commissie die onze taal moest zuiveren ‘van de haar versmorende last der bastaardwoorden’. De commissie is nooit helemaal klaar gekomen..
Bijna anderhalve eeuw later stelde het Kon. Instituut van Ingenieurs een zuiveringscommissie in: de Centrale Taalcommissie voor de Techniek; de klachten over taalbederf waren in eigen kring te talrijk geworden. In deze commissie waren verschillende organen vertegenwoordigd, o.a. het Genootschap Onze Taal. Het is een ongelofelijk uitgebreid werk geweest: het hele veld der techniek moest bekeken worden! Tweehonderd technische specialisten hebben jarenlang met geestdrift en zònder honorarium gewerkt. De C.T.T. werd als groepscommissie in de Hoofdcommissie voor de Normalisatie opgenomen. Na voortdurend overleg werden woordenlijsten gepubliceerd. Elk boekje bevat een woordenlijst van drie kolommen: het behandelde woord, het aanbevolene, de taalkundige verantwoording. In de derde kolom vindt men herhaaldelijk vermeld, waarom ingeburgerde internationale woorden worden aanvaard. Niet het vreemde woord op zich zelf moet worden veroordeeld. Goede smaak en doordachte aanpassing van het vreemde woord aan de eigenaardigheden van eigen taal behoren bij zuivering het richtsnoer te zijn. Afkeurenswaardig is een vreemd woord, wanneer het motief dat tot het gebruik er van dreef, afkeurenswaardig is: aanstellerij, haast, gemakzucht. Vele jonge wetenschappen hebben een voorkeur voor het vreemde woord: het is of zij bang zijn zonder die geleerdheid niet voor vol te worden aangezien..
Na 14 jaar arbeid heeft de C.T.T. de eerste etappe afgelegd. Het resultaat is 46 boekjes, waarin meer dan 10.000 woorden zijn behandeld. Dit werk, ongetwijfeld de meest omvangrijke en systematisch geordende taalzuivering ooit in onze geschiedenis ondernomen, was mogelijk door de noeste vlijt van velen en de steun van officiële zowel als particuliere instanties. Verscheidene bedrijven stellen de toepassing van de woordenlijsten voor hun personeel verplicht. Nu zal het onderwijs moeten volgen. In de loop van 1956 zal een verzamelwoordenboek volgens deze lijsten worden uitgegeven.
Wij leven in een tijd, waarin de techniek het aanschijn der aarde verandert en haar stempel drukt op de hedendaagse cultuur. Groot is de verantwoordelijkheid der technici, die in steeds toenemende mate in de leiding der samenleving betrokken worden. Zij zijn op een belangrijk, ons allen vertrouwd gebied der cultuur, de taal, niet voor het nemen van een initiatief teruggedeinsd.