O du mein Oesterreich!
We leven nu in de tijd, dat het in de zomer werkende bevolkingsdeel van Nederland een wintervacantie in Oostenrijk neemt. Heerlijk land! De reisbureau's verlokken ons met hun kleurige biljetten: gebruinde schoonheden in donkere wollen truien, waarop vlokken witte sneeuw gedwarreld zijn. Zij blikkeren met hun stralende gebitten tegen ons als we in een druipende mist naar ons werk sjokken. Toen we in zo'n loklokaal gingen informeren of de trein van 17.08 in Heemstede - Aerdenhout wel stopt, hebben we om een boekje Wintersport in Oostenrijk gebedeld en het gekregen. Thuis hebben we er met wellust in zitten strepen. Het keurige boekje is in het Nederlands geschreven. Het land met de juffrouwen in wollen truien moge dan schoon zijn, de tekst van het boekje riekt toch sterk naar het Duits: betoverend, wonderschoon, klankvol, dan kom binnen, ski-afvaarten, hoogwinter, belevenis, zonovergoten, kwam in bedrijf, bergbanen, het is een begrip geworden, sneltreinstation, betreffende plaatsen, een van de koenste kabelbanen, even zeldzaam doet ons aan, een tegenstuk, levendige levensvreugde, musische aanleg... Dat neemt niet weg dat we liever met de trein van 17.08 naar Innsbruck hadden willen gaan dan in onze huiskamer zitten strepen.