(Red.) In het Ned. Juristenblad, jrg. 1953, pag. 396 heeft Mr. J.C. van Sandick eveneens tegen het woord geprotesteerd. Wij houden ons liever buiten de twist der rechtskundigen, maar moeten, wat de taalkundige vorming van het woord betreft, wijzen op de mening van onze Raad, die nog de volgende kanttekening maakt:
Het gaat er niet over, welk werkwoord bij -plichtig hoort, maar bij het eerste lid: bij schuld hoort voldoen; dus schuldplichtig betekent gehouden schuld te voldoen; bij schade hoort vergoeden; dus schadeplichtig betekent: gehouden schade te vergoeden.
Het woord behoort tot het type van de ‘ingekorte samenstellingen’, zoals broodzetting voor broodprijszetting. Schadeplichtig staat dan voor schadevergoedingplichtig. Een sprekend voorbeeld, dat ik ettelijke malen in de laatste jaren ben tegengekomen, is wandschilder voor wandschilderingenschilder, welk laatste woord natuurlijk nooit gebruikt is, maar in de gedachte direct zijn ingekorte vorm heeft gekregen.