De mi-nis-ter en zijn mi-nis-te-rie.
Er moest een regel bestaan, dat vreemde woorden niet mochten worden afgebroken. Bladert U eens in oude jaargangen van O.T., dan zult U dikwijls een vraag aantreffen als: ‘Ik breek af mi-nis-ter, maar mi-ni-ste-rie, mag dat?’ Er doen zich bij bastaardwoorden - bastaards als ze zijn! - nu eenmaal eigenaardige moeilijkheden voor. Bij Ned. woorden komt men er meestal wel uit. Dat beetje gegoochel met ‘blood-aard, vein-zaard, vla-tje, jon-gen’ is maar een weet. Is men op de hoogte van de regel, dat van meer dan twee tussenmedeklinkers er zoveel naar het volgende woorddeel gaan, als aan het begin van een Ned. woord kunnen voorkomen, dan is men voor alle raadselachtige gevallen wèl bewapend. Dus niet ‘ar-tsen’ maar ‘art-sen’. Doch waar zult U drukte om maken? Hoeveel keer zal het in Uw leven voorkomen, dat U in een nette brief iemand voor een bloodaard en een veinzaard moet uitmaken en blood, vein net op de ene en aard, zaard net op de andere regel komen? ‘Vermijd afbreken zoveel mogelijk’, het is een gemakkelijke raad, maar nu wij zelf achter de schrijfmachine zitten, zien we, hoe dat vermijden toch niet zó simpel is, als men een niet afgeknaagde rechterrand wil hebben. Welnu dan, hier zijn enige regels voor het afbreken van de bastaards. We hebben ze trouwens in de vorige maand beloofd.
1. | Ontploffingsgeluid (occlusief) + vloeiende medeklinker (liquida) beide naar het volgende woorddeel: a-pril (lelijk zo'n afbraak met één letter!); het zelfde voor de qu: choquant. |
2. | Tussen twee klinkers voor en na x niet afbreken: exemplaar; de y tussen klinkers naar het voorafgaande deel: roy-aal. |
3. | Bij samengestelde woorden volge men de Nederlandse regels; er komen echter wel eens botsingen tussen woordvorming en uitspraak. |
De klassiek gevormde ziet bijv. in ‘respect’ het voorvoegsel ‘re’ en een vorm van het werkwoord ‘specere’. Breekt hij op grond van dit inzicht af ‘re-spect’, dan komt hij in strijd met de uitspraak ‘res’, met de e van mes. In ‘bioscoop’ ziet men ‘bio(s)’ en ‘skopein’; men zou dus afbreken bio-scoop, maar de uitspraak ‘bios’, met de o van bos, leidt tot ‘bios-coop’. De Woordenlijst zegt ongeveer het volgende hierover: Een alleszins bevredigende regel is niet te geven. Enige vrijheid moet blijven. Het verdient aanbeveling om ten minste in woorden die ook voor niet klassiek geschoolden als samenstellingen doorzichtig zijn of doorzichtig te maken zijn, de Ned. regel, dat scheiding tussen de delen van de samenstelling of afleiding moet plaats hebben, toe te passen. Bijv. woorden met ab, ad, in, im, sub, trans, anti, con, contra, dis. Dus ab-rupt, in-attent, trans-actie. De woorden met kata, meta, mono, para komen bij het afbreken overeen met Nederlandse woorden. Indien echter kata enz., om welke reden dan ook, de klinker van de tweede lettergreep verliezen, waardoor de samenstelling moeilijk te doorzien is, wordt deze als enkelvoudig woord behandeld: ca-tegorie, mo-narchie, pa-rallel.
4. | In gevallen waarin deze aanwijzingen niet voorzien, behandele men de bastaardwoorden volgens de Nederlandse regels, dus
a. | één tussenmedeklinker nam het volgende deel: pa-ro-die; |
b. | twee tussenmedeklinkers worden gescheiden: am-nes-tie, mi-nis-ter; |
c. | van meer dan twee tussenmedeklinkers gaan er zoveel naar het volgende deel als er aan het begin van een Nederlands woord kunnen voorkomen: ob-scuur. |
|
Men is gewend aan de mi-nis-ter (tweede i als pit) en twijfelt bij ‘ministerie’, daar in dit woord de tweede i meestal als de ie van piet wordt gehoord. Laten wij echter aan regel 5b. denken, in het belang van de eenheid tussen de ‘mi-nis-ter’ en zijn ‘mi-nis-te-rie’.