Onze Taal in Canada
De Ned. geïllustreerde bladen en weekbladen sturen hun verslaggevers naar verre oorden: Canada, Australië, Nieuw-Zeeland. Zij zwerven rond langs Ned. immigranten en beschrijven het leven van onze exlandgenoten. Gemeenlijk dezelfde geschiedenis: zwoegen, succes, nooit meer terug, òf: zwoegen, mislukking, als het kan op de knieën terug. Eén onderdeel missen wij meestal in deze verslagen: hoe gaat het met het Nederlands in den vreemde? Had O.T. veel geld, wij zouden iemand (het liefst onszelf) naar die landen sturen om dat te onderzoeken. Toevallig kregen we onlangs een brief van een jonge landbouwer uit Zuid-Holland in handen, die reeds in begin 1949 naar Canada was gegaan en wie het daar nu voor de wind ging. Het was een amusant verhaal over het leven in dat onmetelijke Canada. De brief krioelde van ‘fouten’. Engelse en half-Engelse woorden, onbegrijpelijke Nederlandse zinswendingen, een typische mengtaal: ¾ Nederlands, ¼ Engels. Deze toestand is te begrijpen, te vergeven en wellicht zelfs toe te juichen. Wij geloven vast, dat het voor het geluk van de immigrant noodzakelijk is, dat hij geheel, dus ook in zijn gedachtenwereld, aan de inheemse taal gaat wennen.
Het Nederlands is bij de immigranten na enige jaren op de aftocht. M. van Westenbrugge is negen maanden lang in de gelegenheid geweest de taal van de Ned. immigranten in Canada te bestuderen. In de N. Tg. ('53, 331) geeft hij daarvan een interessant verslag. Niet alleen bij eenvoudige boeren maar ook bij ontwikkelden is gebleken, dat de fijne verschillen tussen eigen taal en Engels al ras niet meer gevoeld worden. Men kan de overgangsverschijnselen Nederlands - Engels in drie groepen verdelen: 1. Engelse woorden worden op de klank af vernederlandst: afleggen - ontslaan (lay off), lijken - houden van (like), drijver - bestuurder (driver), vast - snel (fast), inbreek - inwerken (break in), graad - klas (grade). 2. Engelse werkwoorden krijgen er een Nederlandse uitgang achter geplakt (in ons vaderland is dit bij de schooljeugd en andere onrijpe lieden ook populair..): fixen, putten, sponsoren, cashen, mixen, downmoven, slicen, protecten. 3. De Ned. tijdschriften, die in Canada verschijnen, worden dikwijls geredigeerd door personen, die vele lange jaren geen Nederlands meer gesproken hebben. Het is een wirwar van verkeerd gebruikte woorden en zinnen (de prestatie en het doel moeten wij natuurlijk ten hoogste waarderen!): laten wij zoveel doen mogelijk, er is een nood van (behoefte aan) kerken, een jaar en een half. 4. Verwarring bij de hulpwerkwoorden, vooral door het Engelse ‘will’: dat wil wel het beste zijn, hier willen straks tulpen staan.
Wij twijfelen er niet aan, of U zult in de brieven van Uw geëmigreerde familieleden ook dergelijke ‘fouten’ ontdekt hebben. Aarzel evenwel geen ogenblik in Uw antwoordbrief na het hartelijke: kerel, je houdt je maar taai! het niet minder hartelijke: good luck, old boy! te schrijven. De Canadese Nederlander op zijn eenzame farm zal beide nice vinden.