radig, springstoffen, aanhangwagen zijn voor hem goed, van kogellager heet het ‘beter kogelkussen’, koptelefoon is ‘gewoon, maar eigenlijk verwerpelijk germanisme’, meemaken ‘wordt als germanisme beschouwd’. We moeten de knoop maar doorhakken: laten we de gehele eerste lange lijst na twintig jaar opnieuw aan U voorzetten. Hier en daar hebben we iets verkort of veranderd. Onze Taal heeft nu ruim veertig maal zoveel lezers als in 1934. Wij menen, dat we U allen hiermede een dienst bewijzen. Misschien kunnen we over enige tijd wederom zo'n samenvatting laten herdrukken.
NIET |
WEL |
aangestelden |
personeel, bedienden, beambten |
aanhangwagen |
bijwagen |
aanleveren |
bezorgen |
aanstrengen |
inspannen |
aanwenden (van maatregelen, pogingen, aangewende kunst) |
van maatregelen: toepassen; van pogingen: in het werk stellen; toegepaste kunst |
aanzichtkaart (of ‘ansicht’) |
prentbriefkaart of prentkaart |
afbouw (van lonen b.v.) |
verlaging |
afflauwen (en afzwakken, afmageren, enz.) |
verflauwen (verzwakken, vermageren, enz.) |
afslachten |
slachten (soms ombrengen, uitmoorden) |
alleenrecht (-verkoop) |
uitsluitend recht (verkoop), monopolie |
als (in de betekenis van: toen) |
toen (toen hij die morgen ontwaakte) |
ambt (= kantoor) |
kantoor |
arbeidersvijandig |
de arbeiders vijandig |
baargeldloze betaling |
betaling per giro, door overschrijving |
band (boekdeel) |
deel |
bedlaken |
beddelaken |
beduidend |
aanmerkelijk (e.d.) |
beëindigen |
eindigen, voltooien, sluiten |
begaving |
begaafdheid, gave, talent |
begeesterd |
geestdriftig |
begeleidverschijnselen |
begeleidende verschijnselen |
bemerking |
op- of aanmerking |
benutten |
gebruiken, bezigen |
betere (b.v. meubilering voor betere huizen) |
huizen van (of voor) meer gegoeden, huizen van stand |
betreffende (b.v. de betreffende paragraaf) |
desbetreffende, bedoelde, vermelde |
billijk (in de betekenis van goedkoop) |
goedkoop, laag, niet duur |
bontgevoerd |
met bont gevoerd |
bouwen (van wegen, kanalen, werktuigen en toestellen) |
aanleggen, graven, ineenzetten, vervaardigen |
buiten dienst (van milit.) |
gepensioneerd of op non-actief |
daadzaak |
feit |
daarstellen |
vormen, inrichten, enz. |
dame (i.h. schaakspel) |
Koningin |
dierarts |
dierenarts |
doornemen (een boek) |
doorstuderen, doorlopen, doorwerken (van een muziekstuk:) doorspelen |
doorvoeren (b.v. een andere werkverdeling) |
invoeren, doorzetten, volvoeren, ten uitvoer brengen, enz., al naar de betekenis waarin het wordt gebruikt |
duiden op (dit duidt op een verkeerde aanleg) |
betekenen, wijzen op, doen vermoeden |
durend |
blijvend of langdurig; ook: onafgebroken, voortdurend, (ge)staag |
(op) eenmaal |
op eens; plotseling, eensklaps |
(op) erewoord |
op mijn (zijn) woord van eer. (Z. Nederl.): op mijn erewoord |
eigendommelijk |
eigenaardig |
epileptiker |
epilepticus |
frontaalkwab |
frontale kwab |
het gaat om
het handelt zich om |
er is kwestie (sprake) van, het is te doen om, het gaat over, het staat op het spel. soms: het betreft |
geëigend |
geschikt |
gewetensvol |
nauwgezet, nauwkeurig, met zorg, stipt |
gloeiwijn |
warme wijn |
Goudakaas (enz.) |
Goudse kaas |
grondstuk |
perceel, terrein, stuk grond, stuk land |
Haag |
Den Haag |
had ik toch... (had ik toch duidelijke bevelen gegeven) |
ik had toch... |
halfzijdig |
eenzijdig |
handgebreid (-geweven enz.) |
met de hand gebreid |
hang |
neiging, soms: verlangen, zucht, trek |
hoogbouw (en laagbouw) |
hoge (lage) bebouwing |
hoogwaardig (van producten) |
van hoge waarde (qualiteitsproducten) |
|
ook: voortreffelijk, uitmuntend, zeer goed |
hysteriker (med.) |
hystericus |
ingevoerd (van een handelsreiziger) |
beklant (een goed beklante handelsreiziger). Ook: ingewerkt, ingeleid. |
ingreep |
het ingrijpen; ook: operatie |
inlage |
inleg, storting |
inschrift |
opschrift, inscriptie |
insluiten (een gevangene) |
opsluiten |
interesse |
belang; ook belangstelling |
interessent |
belanghebbende; ook: belangstellende |
kaartschrijven |
briefkaart |
kaasmelk |
te verkazen melk, melk voor kaas |
keelkop |
strottenhoofd |
kleefstof |
plakmiddel, plaksel |
kogellager |
kogelblok |
kondgeving |
uiting, kennisgeving |
koptelefoon |
hoofdtelefoon |
lageren (en: op lager hebben) |
opslaan, bewaren, in voorraad hebben |
(hij) leve hoog |
lang zal hij leven of: leve...! |
loper (i. h. schaakspel) |
raadsheer |
luid worden (van gedachten) |
hoorbaar worden, verneembaar worden |
lumbaalpunctie |
lumbale punctie,
lendenpunctie |
lustmoord |
moord uit wellust |
meemaken (in andere betekenis dan: met anderen iets maken) |
beleven, bijwonen, meedoen aan, doorstaan, lijden, enz. |
meerdere |
ettelijke, enige, verscheidene, meer dan een, enz. |
meerdere malen |
meermalen |
middels |
door middel van |
naneming (van geldzendingen) |
rembours |
nederig (b.v. nederige prijzen) |
laag |