Gesprek in Brussel
Ons artikel in November over de beschaafde omgangstaal in België heeft veel weerklank gevonden en dat is zeer verheugend. Talrijke bewijzen van sympathie kwamen uit Vlaanderen, Brabant en Noord-Nederland. Zo wordt het doel, het overnemen van de algemeen Nederlandse verkeerstaal voor de beschaafde omgang in België, steeds meer bereikt. De zaak komt in het middelpunt van de openbare discussie. Wij nemen hier een drietal brieven over. De eerste is een noodzakelijke aanvulling.
(Dej.-W.) Het voorzitterschap van de V.B.O. wordt waargenomen door twee personen en deze tweede is de heer Everard Verachtert. Deze strijder, die in Mei zijn 80ste verjaardag vierde, is een groot pionier geweest voor het beschaafde Nederlands in Vlaanderen. Hij heeft moeten werken onder zeer moeilijke omstandigheden, want 50 jaar geleden sprak nog niemand beschaafd en de tegenwerking was zeer groot. De naam van Verachtert mag niet worden vergeten als er wordt gesproken over beschaafde omgangstaal.
(Be.) Uitgegaan dient te worden van de historische ontwikkeling, alsmede de hierdoor ontstane psychologische achtergrond. De historische ontwikkeling komt hierop neer, dat vroeger zowel Franse als Belgische autoriteiten tevergeefs getracht hebben het gehele land te verfransen. Wel gelukt is het aan deze beweging in het verleden een groot deel van het Vlaamse intellect in zijn kring te trekken. Het gevolg hiervan was, dat Vlaanderen tijden lang beroofd werd van zijn bekwaamste mensen. Deze konden nl. alleen deelgenoot worden van het Europese cultuurpeil door middel van het Franse of verfranste onderwijs.
Voor de eenheid van het Algemeen Beschaafd werd niets gedaan, de streektalen bloeiden in grote verscheidenheid. Hierdoor was de ontwikkeling van een algemeen verspreide woordenschat overeenkomstig het geldende cultuurpeil uitgesloten. Pogingen om hierin verbetering te brengen kwamen neer op het zo letterlijk mogelijk vertalen van de Franse equivalenten die men tegenkwam. Het is nl. zo, dat in een nauwe aanraking van twee talen men al gauw behoefte gevoelt aan een eigen woord alleen al uit psychologische noodzaak.
Het is te begrijpen dat de Vlamingen uit zelfbehoud geneigd zijn om een aantal bastaardwoorden van Franse oorsprong zo veel mogelijk, ik zou bijna zeggen: het kost wat het kost, te vervangen door Nederlandse vormen. In Noord-Nederland ligt deze zaak geheel anders. Hier vindt men een dergelijk, aan het Frans ontleend, woord wel deftig. Het laat zien, dat men zulke woorden begrijpt en derhalve ‘met zijn tijd meegaat’. Verder is hier een grote groep mensen die liever een Franse ontlening gebruiken, dan een woord dat enige overeenkomst vertoont met een Duits woord. Vandaar de opkomst van de overdreven bestrijdingen van ontleningen aan het Duits. Men werd geneigd voor de zekerheid het kind maar met het badwater weg te gooien...
(W.P.) Mijn complimenten voor het uitstekende artikel. Uw Belgische zegsman is goed op de hoogte van de zaak, maar hij vergist zich toch als hij de West-Vlamingen als de enige tegenstanders voorstelt. Het zijn vooral de Brabanders (Antwerpenaren) geweest, die hun taal als A.B.N. wensten.