de maandelijkse inhoud van het orgaan tot stand komt en liet zien, hoe langzamerhand Onze Taal een centraal punt in Nederland geworden is, waar leken over hun practische taalmoeilijkheden met elkaar kunnen discussiëren. De Raad van Deskundigen geeft advies in ingewikkelde zaken.
Prof. Pée zette het doel van de V.B.O. uiteen: men wil in België het gebruik van de algemene beschaafde Nederlandse omgangstaal bevorderen. Deze taal moet boven de Vlaamse, Brabantse en Limburgse spreektalen komen. De Vlamingen houden sterk vast aan hun verschillende dialecten. Hoewel dit op zichzelf prijzenswaardig is, belemmert dit het goede spraakverkeer in België en heeft men door de verscheidenheid van streektalen niet voldoende houvast in de strijd tegen de groeiende verfransing. De V.B.O. zoekt vooral haar leden in onderwijskringen en bij die instellingen, waar uitbreiding van het goede voorbeeld verwacht mag worden. Zij tracht haar doel te bereiken door het houden van cursussen en voordrachten over zuivere uitspraak en door het uitgeven van een tijdschrift. Eerst als dit algemene Nederlands in Vlaanderen voldoende veld heeft gewonnen, komt ook het belang van een zuiver taalgebruik (meer het doel van Onze Taal) aan de orde. De vereniging heeft veel moeilijkheden gehad. De oorlogen en de politiek hebben het streven verlamd. Gelukkig hebben onlangs twee los van elkaar staande groeperingen met hetzelfde doel, de een voornamelijk bestaande uit taalleraren, de ander uit belangstellenden uit het bedrijfsleven, zich aaneengesloten. Het tijdschrift van de V.B.O. heet ‘Nu Nog’, maar is tot nu toe, helaas, slechts zeer onregelmatig en dan nog weinig verschenen. Een nieuwe actie voor ‘Nu Nog’ is nu op touw gezet.
Naar aanleiding van de moeilijkheden met ‘Nu Nog’ merkte de heer v.d. Pol op, dat een regelmatig verschijnend en niet te lijvig orgaan het middel bij uitstek is om de leden bij elkaar te houden. Hij stelde voor, dat de V.B.O. altijd over de inhoud van het Nederlandse orgaan zou mogen beschikken. Het bestuur van de V.B.O. wilde gaarne overwegen, of het van dit spontane aanbod gebruik zou kunnen maken. De Vlamingen meenden, dat ondanks het (voorlopige) verschil in doel tussen O.T. en V.B.O. beide verenigingen elkaar waar het kan moeten helpen en in de toekomst moeten gaan samenwerken. Zij wilden eerst nog afwachten, hoe in de komende maanden hun vereniging zich zou ontwikkelen. In elk geval zouden zij gaarne in het volgende voorjaar wederom een ontmoeting met het bestuur van Onze Taal hebben. De voorzitter van ons Genootschap nodigde alvast de V.B.O. uit om in 1954 de gast van Onze Taal in Nederland te zijn, een voorstel, dat de gastheren in Brussel onmiddellijk met grote instemming aanvaardden.