Alleen voor verstokte liefhebbers van spraakkunsten!
In Juni hebben wij op verzoek een artikel gewijd aan de moeilijkheden, die zich voordoen bij een wetenschappelijk onderzoek van de traditionele spraakkunst. Wij wezen op de pogingen, die sommige geleerden doen om de terminologie te veranderen met het doel daarmede een beter inzicht te krijgen in taalverschijnselen. Niet voor niets schreven we, dat een andere term voor bijv. ‘lijdend voorwerp’ de zaak zo maar niet duidelijker maakt en dat men bij de radicale vernieuwingsdrang in onze tijd moet oppassen voor het kind, dat met het badwater de gootsteen in zou spoelen. Natuurlijk kan men over alles gaan twijfelen. Ook over de termen van ons oude schoolboekje. Deze twijfel behoort tot de experimenten van de wetenschap, maar is voor de gewone gebruiker onpractisch. Men gaat ook niet van de Domtoren springen om te kijken of de wet van de zwaartekracht wel deugt. We hebben een nieuwe spraakkunst nodig - het is een lied dat we in de laatste jaren in vele toonaarden gehoord hebben. Waarom eigenlijk? De een zegt, dat zij te Latijns is; de ander, dat ze voor de structuur van het Nederlands onjuist is; een derde, dat ze onbruikbaar is voor het onderwijs; een vierde, dat ze onlogisch is; een vijfde, dat ze enz. enz. We schreven in Juni ook, dat in het buitenland dergelijke stemmen eveneens te horen zijn. Nu kregen we onlangs een nieuwe Duitse spraakkunst in handen. (Hans Glinz: Eine neue Deutsche Grammatik, Bern 1952.) Maar liefst vijfhonderd pagina's dik. Voor liefhebbers van spraakkunsten om van te watertanden... In dit boek lazen we de nieuwste termen voor het Duits. Het bepaalde lidwoord heet er ‘Grössenhinweis’, het onbepaalde ‘Grössenumriss’. Het bijvoeglijk naamwoord moeten we voortaan ‘Antwort in Begleitform’ noemen, de persoonlijke voornaamwoorden ‘Grössenmarken’, een bijstelling ‘Nachtragsgrösse’, een meewerkend voorwerp
‘Zuwendgrösse’. Genoeg er van! We voelen ons bij deze huiveringwekkende woorden zo onzeker, dat we ze niet in het Nederlands durven, en eerlijk gezegd, kunnen vertalen. Voor allen, die nieuwe termen in de spraakkunst zoeken, is dit hèt boek. Een goudmijn, waarin alles wat blinkt, goud is. Wij bedanken evenwel voor de eer. Een woord is een woord, d.w.z. een willekeurig teken. ‘Stoel’ zou ook ‘tafel’ kunnen zijn, maar ‘zetel-voor-één-persoon, in-den-regel-verplaatsbaar, met-vier-poten-en-een-rugleuning’ lijkt ons iets onduidelijker dan ‘stoel’. Gesteld, dat een nuchtere Nederlandse geleerde evenveel pagina's nodig zou hebben als zijn Duitse collega om een nieuwe spraakkunst te schrijven, wij zouden ons, dom als we zijn, toch niet uit dit meubelstuk laten praten.