Onze Taal. Jaargang 22
(1953)– [tijdschrift] Onze Taal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdNog iets over jister(C.H.) Naar een Fries mij verzekert komt ‘jister’ ook voor in ‘berne-jister’, het meubelstuk waartegen wij in our good old Dutch language ‘babybox’ of ‘box’ zeggen. Het woord ‘jister’ lijkt me volledig overeen te stemmen met de oude betekenis van ons park of perk (vgl. strijdperk, beperken), dat in Vlaanderen nog wel enigszins gekend wordt in de betekenis van afgepaalde ruimte; ik heb daar tenminste het nuttige kleutermeubelstuk wel een ‘pèrkske’ horen noemen, met een langgerekte a-è-klank. Daarentegen is er ons woord ‘perk’ voor ‘bloembed’ volslagen onbekend, deze nu in den regel door ‘borders’ vervangen tuinversieringen worden daar stéevast aangeduid met ‘mot’, ongetwijfeld het Franse ‘motte’. - Aardig is, dat dat oude perk langs het Duitse ‘parken’ en het Engelse ‘parking’ weer min of meer, en verruimd, in ons ‘parkeren’ en ‘parkeerterrein’ is teruggekeerd. Maar om nu nog even terug te keren naar onze (niet schapen - maar koeien-) bocht, kan het zijn dat dit woord nog samenhangt met een naam als de vroegere ‘Bocht van Guinée’ in Den Haag?Ga naar voetnoot*) Er staat me iets bij dat ‘bocht’ ook in andere plaatsen wel in oude namen voorkwam, maar juist herinneren doe ik me dit niet. Hoewel in die Haagse Bocht van Guinée, het huidige Huygenspark, wel een opmerkelijke bocht voorkwam, ten minste aan een zijde, heb ik toch altijd het gevoel gehad dat de naam niet samenhing met deze topografische bizonderheid, maar een meer zelfstandig ruimtelijk begrip was. Zeker is dat de melkbocht niets met buigen te maken heeft. |
|