Een pakje voor de zondag
(R.) Men hoort en leest dikwijls: ‘voor de Zondag’. Bijv. in advertenties: ‘Koop een pakje natuurboter voor de Zondag’. Kan men dit tot het verzorgde Nederlands rekenen of moet dit zijn ‘voor des Zondags’?
(Red.) Het gaat hier niet zo zeer om de tijdsbepaling (‘des Zondags’) als wel om het verschil werkdagfeestdag: men bedoelt de buitengewone dag. Een lidwoord bij Zondag, Maandag enz. kan zeker voorkomen. In Zuid-Nederland wordt de + de naam van de dag zelfs als tijdsbepaling gebruikt. Hij gaat de Maandag op reis. Een enkele maal hoort men dit ook boven de Moerdijk. De wending ‘hij gaat een Maandag op reis’ (in de betekenis van ‘aanstaande Maandag’) komt men wel eens in de gesproken volkstaal tegen. Dit ‘een’ is in het geheel geen lidwoord. Het is van geheel andere oorsprong. De gemeenzame spreektaal bewaart in dit ‘een Maandag’ een oude vorm van het bijwoord ‘in’.