klinken, maar vragen we ons af, of de bedoeling van Debussy in dit geval niet beter ware uitgekomen met een Nederlandse tekst. Bepaald grotesk wordt het pas, wanneer een werk van een Hongaarse, Russische of Tsjechische componist gespeeld wordt. Een enkele keer kondigt de omroeper dit in het Nederlands aan, maar meestal (neen, niet in het Hongaars...!) in het Frans, Duits of Engels, naar het land, waar de grammofoonplaat van het bedoelde stuk is gemaakt! Voor zover wij hebben kunnen nagaan, vertalen alle Duitse, Engelse, Franse en Italiaanse omroepen de titels van instrumentale muziek en van vocale muziek, ook als die in de oorspronkelijke taal wordt gezongen, ja zelfs geven zij die titel in het geheel niet in het origineel en dat is begrijpelijk, want dat is meestal nergens goed voor. Alleen de Nederlanders niet. Daarom lachen zij om die gekke Vlamingen, die handelen als de Engelsen en de Fransen en alle andere Europese volken. Dat lachen is dan ook echt Nederlands!
Wij beginnen langzaam maar zeker stellig te geloven, dat in geen enkel ander land zulk een bewondering aanwezig is voor alles wat buitenlands klinkt. Het aankondigen van muziekstukken is daarvan maar een klein verschijnsel. Hoe bespottelijk is het, dat op bijna alle Nederlandse stations, groot of klein, reclameborden zijn aangebracht, waarop een ijdele heer prijkt, die ons met een pot haarsmeer in de hand bezweert: Brylcreem your hair! The perfect hairdressing! En een verleidelijke jongedame, die ons een pakje sigaretten onder de neus houdt met de woorden: It is the top! America's best tobacco's. Airmail fresh. They taste so good! Op de advertentiepagina van krant en weekblad heten overhemden shirts en boorden collars. Een drank geperst uit Nederlands fruit moeten we kopen als ‘Heromilk’. Gelukkig zij, die geen Engels kunnen lezen: zij zouden op het idee komen, dat zij ‘heldenmelk’ moesten drinken! Een vloeistof, die nagels van onzuiverheden kan reinigen, is the best for lovely nail rims. Dames kunnen heur haar laten ‘lockwellen’ (Duits?). Zij kunnen ook een Cold Wave krijgen, desnoods een Tiède Permanent. Het lijstje van de films, die ons in een week kunnen opvrolijken, is een taalatlas gelijk: Because you're mine, The Quiet Man, Une histoire d'amour, Maske in Blau, Schwarzwaldmädel, By the light of the Silvery Moon, le Plaisir, Road to Bali.. let wel: al deze titels onvertaald!
Wij hebben in Maart van dit jaar de aandacht gevestigd op het Old Dutch van de Nederlandse winkelruiten. Iemand stelde ons toen - in ernst - voor een comité op te richten ter bestrijding van enz. Hoe heerlijk wij het ook zouden vinden lid van een comité te zijn, wij hebben het plan niet geschikt geacht. Beter lijkt het ons voortdurend op het malle van deze taalpractijken te wijzen. Dit buitenlandse aambeeld is zo hard, dat er wel honderd hamers te gelijk op stuk geslagen kunnen worden. Dr. Damsteegt constateerde in het Correspondentieblad voor Hogere Rijksambtenaren (Juni 1953) ook het dwaze van de Nederlandse reclametaal. Het toppunt vond hij wel de advertentie van de schoonheidsdeskundige, die zijn stadgenoten aldus in een weekblad meende te moeten aanspreken: Talk about beauty with Elisabeth Arden's consultant. Here your chance to ask an expert all you want to know about the right treatment and make-up for your particular skin in our beauty department. Damsteegt schrijft: ‘De man die een advertentie in het Engels opstelt voor een Nederlandse krant voor Nederlands publiek maakt zich belachelijk.’
Wij geloven nu niet, dat het Nederlands binnen enige jaren te gronde zal gaan door de taal, die Frans-Duits-Engels-bewonderende omroepers, handige importeurs en gewiekste reclamespecialisten ons dag in dag uit aanbieden. We vinden het alleen armzalig voor ons land zelf. Eigenlijk doen de radiomensen en de opstellers van advertenties niets anders dan wat het publiek graag wil. Een schoen met een kleur van ossebloed draagt alleen een slachter, wij hebben loafers in oxblood. De ‘Notenkrakers-suite’ is een woord, goed genoeg voor simpele ongeletterden, wij moeten luisteren naar de ‘Casse-Noisette’. Een grote Nederlandse scheepvaartmaatschappij spelt de scheepsnamen op ‘-dijk’ als ‘-dyk’. Over een paar jaar zal het wel ‘-dike’ worden. Een Nederlands bedrijf, met Nederlands geld groot geworden, laat in een Nederlandse stad een lichtreclame aanbrengen: Fly K.L.M. Langs de wegen in onze Hollandse bollenstreek zien wij enorme borden, waarop naam en beroep van onze Hollandse bollenkwekers geschilderd zijn: Jan Jansen and Son Ltd. Wholesale Bulbgrowers and Exporters. Een restaurant in dezelfde streek lokt de millioenen Engelsen naar een Tulip Bar and Grillroom. Die stuk of drie suffe Nederlanders, die per jaar voorbij dit bord komen, begrijpen heus vanzelf wel, dat ze in die vertrekken een slokje kunnen krijgen.
Ja, het goed bedoelde Comité ter bestrijding van enz. zou wel onze sympathie hebben. Er zit echter een lelijke kant aan. Wij zouden aan een tafel komen te zitten en dan zouden we moeten ‘starten’ en ‘plannen’ en ‘timen’ en dan zouden we het wel kunnen ‘fixen’. Want zonder een vreemde taal zou zelfs dit vaderlandse comité niets kunnen doen.. Echt Nederlands!