Taalzorg
Wij weten, dat er bedrijven en instellingen in ons land zijn, die een aparte commissie hebben ingesteld om te waken over zuiverheid van stijl en spelling bij de taal, die in de officiële stukken gebruikt wordt. Deze commissies doen daar zeer goed werk. Zij houden toezicht op vertalingen van buitenlandse namen voor nieuwe machines, ontwerpen zelf nieuwe namen voor machines en producten en stellen bepaalde foutieve practijken in het taalgebruik bij hun bedrijf aan de kaak. Af en toe geven zij een verslag van hun werk in korte publicaties. Het is een uitstekend positief werk; aan taalkundige haarkloverijen doen zij niet. Zij zijn leken, willen ook niet ‘taalmeestertje spelen’, maar dat neemt niet weg, dat zij een gezonde kijk op het leven van de taal hebben. Deze maand kregen wij van de Kon. Ned. Hoogovens te IJmuiden het blaadje Taalzorg toegestuurd. Hoe bescheiden het ook van opzet is, er staan lezenswaardige dingen in. Wij lezen o.a.: ‘Steeds weer duiken aan deze kant van de grens “walswerken” op. Die walswerken zijn hier echter niet op hun plaats, ze horen thuis hij Stahlwerke en Hüttenwerke. Laten we het in ons land op walserijen houden.’
De commissie Taalzorg van de Hoogovens en alle andere dergelijke commissies kunnen op de volle medewerking van ons Genootschap rekenen. Gaarne willen wij hun een raad geven bij eventuele moeilijkheden en even gaarne zullen wij gedeelten van hun publicaties in ons blad overnemen. Daartoe is echter nodig, dat wij van het bestaan van deze commissies en hun werk op de hoogte zijn. Wij verzoeken hun daarom ons van tijd tot tijd verslagen van hun werk te zenden.