daarvan zegt men ook: zij brengt berichten, verslagen, nieuws, enz. De vraag: wat brengt de krant vanavond? wettigt min of meer deze: Wat brengt ons op heden de radio? Inzonderheid wanneer van de (een) radio-organisatie zelf, van haar eigen orkest, het concert komt.
De intuïtieve tegenzin tegen ‘brengen’ in verband met de radio zal waarschijnlijk samenhangen met onzen afkeer van het overdadige gebruik, ook wel misbruik, van dit werkwoord. Er wordt veel te veel ‘gebracht’: in dichtkunst, muziek, sport, vermaak, nijverheid, handel, uitgeverij, enz.; het is allemaal: brengen, brengen, brengen. (Soms worden zulke dingen echter ook wel: uitgebracht!) Het woord is ingelijfd bij het kleine groepje van geliefde modewoorden, die overal te pas gebracht, een ieder die nog eenig taal- en stijlgevoel bezit, zoo diep ergeren. Die passe-partouts zijn zoo reuze-makkelijk, ze geven zoo'n cachet, zoo'n allure, zijn dienstig voor alle facetten, voor alle structuren, voor alle formaten, in alle situaties (huidige en concrete, ontstellende, adembenemende, ja adembenemendste), overal en altijd even dynamisch. Wie zal eindelijk eens genoeg inzicht, begrip, verstand, moed, kracht, durf, sociale bewogenheid en volksverbondenheid, zelfvertrouwen en toekomstgeloof opbrengen om ons met vaart een boek te schrijven, waarin deze topprestaties der scheppers van de taal-van-nu worden uitgestald ten dienste van alle traditieverachtende en stijl-‘aan hun laars lappende’ gegadigden?
Voor iets conservatiever aangelegde taalliefhebbers ware veel gewonnen, wanneer men de radio niet enkel liet brengen, maar ook bieden, leveren, uitzenden, ten gehoore brengen, doen hooren, en wat de synonymiek ons meer aan de hand kan doen.