Verleden en toekomst
(Dre.) ‘Met onzen brief van... deelden wij U mede geen bezwaar te hebben tegen..., waaraan wij de voorwaarde verbonden, dat de koopsom in guldens zou worden betaald.’ Is ‘zou worden’ juist? Wanneer ik hierop de conjonction conditionnelle ‘si’ ent, is het gebruik van den verleden tijd ‘werd’ gebiedend en ik zou menen, terecht, omdat dit een pleonasme vermijdt. Immers in het stellen van de voorwaarde ligt toch het toekomende al opgesloten. Wat heeft U in dit geval op het gebruik van den tegenwoordigen tijd ‘wordt’ tegen?
(Red.) We merken eerst op, dat Nederlands geen Frans is en ook geen Latijn. De strenge ‘consecutio temporum’ van het Ciceroniaanse Latijn kan men heus niet op het Nederlands toepassen. Het is niet zo eenvoudig voor onze taal, die vrij soepel is in het gebruik der tijden, regels op te stellen, die nauwkeurig de verschillende tijden uit elkaar houden. Daarbij komt nog, dat bij ons de aanvoegende wijs niet meer gebruikelijk is, zodat in menig geval ‘zou worden’ op een lijn staat met ‘werd’, bijv. in ‘ik hoopte, dat het beter zou worden’ en ‘ik hoopte, dat het beter werd’. Inderdaad zou een vertaling met het Franse ‘si’ ‘était’ opleveren, maar dit zegt nog niet veel voor het Nederlands. Als de spreker de gebeurtenis voorstelt als zullende gebeuren in het verleden, kan hij de verleden toek. tijd gebruiken; dus dan is Uw zin met ‘zou worden’ goed. Schermen met ‘pleonasme’ bij het voegwoord ‘als’ is in het Nederlands onmogelijk. Het voegwoord bepaalt de tijd van het werkwoord niet. Men zou ook kunnen zeggen, dat ‘morgen zal ik komen’ fout is, omdat het bijwoord ‘morgen’ voldoende de toekomst aangeeft. ‘Werd’ verdedigen met deze redenering is overbodig, want het kan in dit geval zonder bezwaar gebruikt worden. De teg. tijd ‘wordt’ klinkt ons wat vreemd in de oren. Wij voelen daarbij een andere schakering: de onderhandeling is nog niet afgelopen en de mogelijkheid bestaat nog steeds. Misschien kan men dan ook nog beter ‘verbinden’ zeggen.