De vervelende s
(d. J.) Is de s in ‘personeelschef’ (zoo zou ik het schrijven) nu louter een verbindingsklank of is zij eerder een 2de-naamvalsteeken, evenals in: mama's hoed? Dus een s-possessivum (explicativum)? Bij een nauwkeurige beschouwing van bedoelde samengestelde zelfstandige naamwoorden, is in den chaos toch veel logica te ontdekken. Men schrijft: a. scheepsramp (explicatief), scheepvaart (logisch onderwerp); b. stationschef (explicatief), stationhouder (logisch lijdend voorwerp). Naar mijn meening voelt men in het algemeen, welke woorden een s krijgen (dorpskerk, stadstoren, broekspijp). Ook weet men in het algemeen, welke woorden niet voor deze s ontvankelijk zijn (vliegtuigroer, zadelpen, haringvin, rijwielband, vogelkooi). De s weglaten lijkt mij aanbevelenswaardig bij woorden, waarin men de s in het eene objectieve geval wel, in het andere objectieve geval niet plaatst; b.v. pensioenberekening en pensioensverzekering; beide zijn genitivi objectivi, waarvan het logisch object een lijdend voorwerp is. Zou men derhalve bij pensioen de s niet beter steeds weglaten? (Ziehier 10 samenstellingen van het woord pensioen gevormd: pensioenberekening, pensioensregeling, pensioenfonds, pensioensaanvrage, pensioenkas, pensioenverzekering, pensioensbijdrage, pensioenraad, pensioensgrondslag, pensioenwet.) In het algemeen kan men zeggen: geen s als het eerste woord het logisch onderwerp of logisch lijdend voorwerp is bij het tweede. Als men dezen regel in acht neemt, dan zijn de moeilijkheden bijna weggenomen.
(Red.) Het stelsel, dat U hier uiteenzet, is knap gevonden. U zegt zelf echter, dat de moeilijkheden ‘bijna weggenomen’ zijn. Gaat men de samenstellingen met s na, dat blijkt dit ‘bijna’ vrij uitgebreid opgevat te moeten worden. Meer dan eens is getracht een logische regel op te stellen voor deze moeilijke s. Inderdaad weet men