Onze Taal. Jaargang 21
(1952)– [tijdschrift] Onze Taal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 36]
| |
is, dat we iets soortgelijks hebben met de klank, waarvoor wij een ‘ch’ noteren (‘kachel’). Die kennen de Engelsen niet en ze zetten er bij vreemde woorden (evenals de Fransen) de letters ‘kh’ voor. Vandaar dat we dan zien overnemen: ‘Kharkov’, ‘Khovanchtchina’ enz., terwijl we voor die ‘kh’ rustig een Nederlandse ‘ch’, daarentegen voor die ‘chtch’ ongeveer ‘sjtsj’ moesten lezen. Liever zou ik ook de ‘v’ nog als ‘f’ willen schrijven, dus ‘Charkof’, omdat de Nederlanders de neiging hebben de uitgang ‘ov’ (of ‘ow’, beide schrijfwijzen komen voor) te lezen als ‘ou’ of ‘ouw’. Die ‘v’ op het eind van een woord komt immers in het Nederlands niet voor. Wij laten wèl de ‘b’, de ‘d’ en de ‘g’ aan het eind van een woord staan, terwijl we ze scherp uitspreken (als ‘p’, ‘t’ en ‘ch’), maar van een ‘v’ en een ‘z’ maken we in zo'n geval ‘f’ en een ‘s’. De Russen daarentegen laten alle zachte (stemhebbende) medeklinkers aan het eind van een woord of vóór een stemloze medeklinker rustig staan, maar spreken ze allemaal scherp (stemloos) uit. (Red.) De spelling van Charkow verdient nog wat langer onze aandacht. Er zijn nu eenmaal altijd moeilijkheden, wanneer woorden uit een taal met een vreemd letterschrift in de onze moeten worden overgebracht. In de pers en in boeken en atlassen vinden we ook zeer verschillende spellingen voor Russische namen. De Olympiade in Helsinki heeft ons dat weer eens geleerd. Dikwijls nemen schrijvers de spelling over van Franse, Duitse of Engelse geschriften, zonder dat zij zich rekenschap geven, dat deze namen in een voor de Nederlandse taal duidelijke spelling moeten worden geschreven. Wat is het nu: Tolstoï, Tolstoj, Tolstoi, Tolstoy? Welk stelsel is nu voor het Nederlands het beste? Prof. Van Wijk heeft in zijn boekje ‘Translitteratie van Russische eigennamen’ (Den Haag, 2e druk, 1939) er een antwoord op gegeven. Het boekje wordt door de meeste grote bibliotheken voor de transcriptie gebruikt. Wij achten de kwestie belangrijk en daarom laten wij de hoofdpunten hier volgen. Men moet gebruikelijke tekens nemen, dus niet s̆ maar sj. De spelling moet aansluiten bij de Russische spelling en de uitspraak van die taal benaderen. De regel, dat een onbetoonde o in het Russisch als a klinkt, kan verwaarloosd worden, dus men schrijft: Potjomkin, ook al hoort men te zeggen Patjomkin. Het principe van de analogie (‘goed’, terwijl we ‘goet’ horen) bestaat ook in het Russisch, dus Grigorjew, ook al zegt de Rus een f. In afleidingen eveneens: Dostojewskij (dit teken ‘ij’ is niet onze ‘lange ij’, maar is ‘iej’). Zoveel mogelijk moet men één Russisch teken vervangen door één Nederlands, dus geen ie maar i, niet ‘Potjomkien’ maar ‘Potjomkin’. Zo ook a-e-o- en niet aa-ee-oo. Waar in het Russisch een mouillering van klanken (‘weekheid’) optreedt, moet dit aangegeven worden met de j, dus Kijew, Wjazjma, Gogolj. De Russische oe-klank moet in het Nederlands niet met een u maar met oe worden weergegeven. Dit zijn de hoofdpunten uit het stelsel. Wanneer men zelf geen Russisch kent en van zijn zaak zeker wil zijn, moet men wel een deskundige te hulp roepen, vooral voor de accenten. Voor het gewone gebruik is het van belang te weten, dat wij niet kh maar ch, niet v maar w, niet zh maar zj, niet ï maar j, niet u of ou maar oe, niet tch maar tsj, niet sh maar sj, niet chtch maar sjtsj, niet c of tz maar ts moeten schrijven. Dus Charkow, Sowjet, Zjoekow. Het is beter, dat er een bepaald stelsel in onze pers gevolgd wordt dan dat men zo snel mogelijk overneemt, hoe Fransen, Engelsen of Duitsers de Russische woorden spellen. Tenslotte: de Russen zelf spellen vreemde namen geheel volgens hun eigen klankstelsel. New York wordt er ‘Njoe Jork’, Den Haag ‘Gaaga’. |
|