Die zoete zuiderlingen
‘De zijïge en zoetelijke g’ zou iemand misprijzend gezegd hebben van de z.g. zachte uitspraak van de g in Zuid-Nederland. Zijïgheid en zoetelijkheid lijken ons geen Zuidelijke eigenschappen. De harde uitspraak (niet de rochelende!) komt ons voor het Standaard-Nederlands juister voor, maar tevens lelijker. De zachte is nu eenmaal muzikaler. Daarom ook al die voordragers en zangers met hun zachte g, die inderdaad een kenmerk is van de Zuidelijke tongval.